ECLI:NL:RBROT:2006:AX7095
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. van Klaveren
- M. van den Heuvel
- A. Zwaneveld
- Rechtspraak.nl
Poging doodslag met vuurwapen tijdens schermutseling in Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 2 juni 2006, stond de verdachte terecht voor poging tot doodslag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, na een schermutseling met het slachtoffer, opzettelijk een vuurwapen op het slachtoffer heeft gericht en heeft geschoten. Ondanks de uiteenlopende verklaringen van de verdachte en getuigen, concludeerde de rechtbank dat het opzet van de verdachte gericht was op de dood van het slachtoffer. De rechtbank verwierp het beroep op noodweer en noodweerexces, omdat de verdachte de eerste klap had uitgedeeld en er geen bewijs was voor de door hem gestelde ernstige mishandelingen door het slachtoffer en anderen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in een situatie van noodweer verkeerde en dat zijn handelen niet gerechtvaardigd was.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes jaar geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van vier jaar op, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een ernstig strafbaar feit, maar dat het een wonder was dat het slachtoffer niet was overleden. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn eerdere veroordelingen. Daarnaast werd een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die als gevolg van het strafbare feit schade had geleden. De rechtbank bepaalde dat de verdachte €2.600,- moest betalen aan de benadeelde partij, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.