ECLI:NL:RBROT:2006:AY3959

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
165497 / HA ZA 01-2815
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • L. de Loor-Alwin
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot inzage en afgifte van video-opnamen in verband met borgstellingsovereenkomst

In deze zaak heeft [M] een verzoek ingediend tot inzage in en afgifte van video-opnamen die gemaakt zouden zijn tijdens de ondertekening van een borgstellingsovereenkomst op 26 september 2001. De eiser, [M], stelt dat deze opnamen bewijs kunnen leveren van de omstandigheden waaronder de overeenkomst tot stand is gekomen, namelijk onder bedreiging, dwang of misbruik van omstandigheden. De gedaagden, de besloten vennootschappen Het Gouden Pand B.V. en The Golden Step B.V., hebben de vordering betwist en stellen dat de overeenkomst niet in hun juwelierszaak is ondertekend, maar bij een andere juwelier, Jacqueline Doorn, waar geen video-opnamen zijn gemaakt.

De rechtbank heeft in een eerder vonnis van 8 maart 2006 aan [M] opgedragen bewijs te leveren van de gestelde feiten. In het huidige incident heeft de rechtbank de vraag behandeld of de gedaagden verplicht zijn om de video-opnamen te verstrekken. De rechtbank overweegt dat, indien er video-opnamen zijn gemaakt, Het Gouden Pand c.s. deze opnamen ter beschikking moeten hebben, gezien de betrokkenheid van hun directeur-grootaandeelhouder tijdens de eerdere zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er camera's aanwezig waren in zowel de juwelierszaak The Golden Step als bij Jacqueline Doorn. De partijen zijn het erover eens dat, mocht blijken dat er opnamen zijn gemaakt, [M] rechtmatig belang heeft bij de afgifte daarvan. De rechtbank heeft [M] opgedragen te bewijzen dat er op het moment van de ondertekening opnamen zijn gemaakt. Tevens zijn er afspraken gemaakt over het horen van getuigen en het indienen van verhinderdata voor de betrokkenen in de komende maanden. Het vonnis is uitgesproken door mr. L. de Loor-Alwin.

Uitspraak

R E C H T B A N K R O T T E R D A M
sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 165497 / HA ZA 01-2815
Uitspraak: 5 juli 2006
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HET GOUDEN PAND B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid THE GOLDEN STEP B.V.,
beiden gevestigd te Rotterdam,
eiseressen in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
procureur mr. N.I. Agema,
- tegen -
[M],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
procureur mr. J. Kneppelhout.
Partijen blijven hierna aangeduid als "Het Gouden Pand" en "The Golden Step", gezamenlijk als "Het Gouden Pand c.s.". respectievelijk "[M]".
Het verdere verloop van het geding blijkt uit het griffiedossier. De rechtbank heeft daar kennis van genomen.
1. Het geschil en de beoordeling van het incident.
1.1 [M] heeft gevorderd dat Het Gouden Pand c.s. wordt veroordeeld inzage te geven in en afschriften te verstrekken van de video-opnamen van de avond waarop de borgstellingsovereenkomst is getekend, met veroordeling van Het Gouden Pand c.s. in de kosten in het incident.
Het Gouden Pand c.s. heeft de vordering gemotiveerd betwist.
1.2 Bij vonnis van deze rechtbank d.d. 8 maart 2006 in de hoofdzaak is [M] het bewijs opgedragen van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat de door hem op 26 september 2001 ondertekende borgstellingsovereenkomst tot stand is gekomen onder bedreiging, dwang of misbruik van omstandigheden.
1.3 [M] wenst dit bewijs te leveren door het tonen van de video-opnamen, waar de vordering op ziet: hij heeft gesteld dat de overeenkomst is gesloten in juwelierszaak The Golden Step, waar videocamera's aanwezig waren.
Het Gouden Pand c.s. betwist dat zij over de bedoelde video-opnamen beschikt, daar de overeenkomst niet bij The Golden Step is ondertekend, maar bij Juwelier Jacqueline Doorn en er bovendien geen video-opnamen zijn gemaakt.
1.4 Voor zover Het Gouden Pand c.s. met haar verweer - dat de overeenkomst bij taxatiebureau/juwelier Jacqueline Doorn op het adres Eikenlaan 44 te Spijkenisse is ondertekend - heeft willen betogen dat zij de door [M] bedoelde video-opnamen niet ter beschikking of onder haar berusting heeft faalt dit, nu [X] ter gelegenheid van de op 8 maart 2002 gehouden comparitie van partijen namens Het Gouden Pand c.s. is verschenen en heeft verklaard directeur-grootaandeelhouder van deze vennootschappen te zijn. Onder deze omstandigheden moet er van uit worden gegaan dat - indien is komen vast te staan dat van de hiervoor omschreven bijeenkomst bij taxatiebureau/juwelier Jacqueline Doorn video-opnamen zijn gemaakt - Het Gouden Pand c.s. deze opnamen te harer beschikking heeft.
1.5 Vast staat dat er zowel in de juwelierszaak The Golden Step als die van Jacqueline Doorn camera's hingen. Tussen partijen staat als onweersproken vast dat - in het geval dat in rechte vast zou komen te staan dat er destijds daadwerkelijk video-opnamen zijn gemaakt met deze camera's - [M] rechtmatig belang heeft bij afgifte van die door hem aangegeven video-opnamen. Partijen twisten evenwel over de vraag òf die camera's ten tijde van het sluiten van de overeenkomst op 26 september 2001 opnamen maakten. [M], op wie de bewijslast rust, dient zijn stelling dat dit het geval was te bewijzen.
2. De beslissing in het incident ex artikel 843a Rv.
De rechtbank,
draagt [M] op te bewijzen dat er ten tijde van het sluiten van de borgstellingsovereenkomst op 26 september 2001 video-opnamen zijn gemaakt;
bepaalt dat indien [M] dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, deze zullen worden gehoord in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr. L. de Loor-Alwin;
bepaalt dat de procureur van [M] binnen vier weken na vonnisdatum opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in de maanden september 2006 tot en met maart 2007 en dat de procureur van Het Gouden Pand c.s. binnen dezelfde termijn opgave moet doen van de verhinderdata van de betrokkenen aan hun zijde in dezelfde periode, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald;
bepaalt dat het aan de hand van de opgaven vastgestelde tijdstip, behoudens dringende redenen, niet zal worden gewijzigd;
Dit vonnis is gewezen door mr. L. de Loor-Alwin.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
1452/ 1548