Enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken
Reg.nr.: MEDED 04/3431 - WILD
Vereniging ‘Het Fries Hollands Rundvee-Stamboek’, gevestigd te Leeuwarden, eiseres,
gemachtigde: mr. R.W. La Gro, advocaat te Alphen aan den Rijn,
de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, verweerder
gemachtigden: mr. J.J.M. Sluijs en mr. A.S.M.L. Prompers,
CRV Holding B.V., voorheen CR Delta VRV Holding B.V. (hierna: CR Delta),
gemachtigde: mr. A.R. Bosman, advocaat te Brussel.
1. Ontstaan en loop van de procedure
Bij brief van 22 december 1998 heeft eiseres bij verweerder op grond van artikel 24, eerste lid, van de Mededingingswet (hierna: Mw) een klacht ingediend tegen CR Delta.
Bij besluit van 28 maart 2003 heeft verweerder de klacht afgewezen.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 7 mei 2003 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 11 oktober 2004 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen het besluit van 11 oktober 2005 (hierna: het bestreden besluit) heeft eiser bij brief van 18 november 2004 beroep ingesteld bij de rechtbank.
Verweerder heeft bij brief van 10 november 2005 een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 5 december 2005 heeft CR Delta een schriftelijke zienswijze ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 december 2005, alwaar voor partijen hun gemachtigden zijn verschenen.
Ingevolge artikel IX, tweede lid, van de op 1 juli 2005 inwerking getreden Wet van 9 december 2004, houdende wijziging van de Mededingingswet in verband met het omvormen van het bestuursorgaan van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot zelfstandig bestuursorgaan (Stb. 2005, 172), treedt ten aanzien van bezwaar of beroep tegen een besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingautoriteit op grond van de Mededingingswet zoals die luidde tot 1 juli 2005, de raad van bestuur van de Nederlandse mededingingsautoriteit, in de plaats van de directeur-generaal. In deze uitspraak wordt onder verweerder tevens verstaan de (voormalige) directeur-generaal.
2.2 Feiten en standpunten van partijen
2.2.1 Relevante feiten en omstandigheden
Eiseres is een veeverbeteringsorganisatie. Zij is een vereniging die actief is op het terrein van registratie van afstammingsgegevens van runderen in stamboeken. Eiseres geeft daarnaast stamboekcertificaten uit, die nodig zijn voor de export van rundvee, en certificeert melkcontrolediensten.
CR Delta bestaat uit vier divisies, waaronder het Koninklijk Nederlands Rundvee Syndicaat (hierna: NRS). De divisie NRS beheert het NRS Informatie Systeem (hierna: NIS) en het landelijke Identificatie en Registratiesysteem (hierna: I&R). Het NIS verzamelt gegevens over fok- en melkvee bijvoorbeeld betreffende afstamming, melkcontrole en inseminatie, en bewerkt deze tot informatieproducten, zoals Melkproductieregistratie-uitslagen, stambomen en stamboekcertificaten. De in dit geding aan de orde zijnde activiteiten van CR Delta zijn gericht op gegevensverwerking van onder andere stamboek-gegevens en de ontwikkeling en levering van informatieproducten aan rundveehouders en organisaties. De gegevens zijn doorgaans afkomstig van veeverbeteringsbedrijven (hierna: VVB’s), kunstmatige inseminatiebedrijven (hierna: KI’s), veehouders, en derden, zoals accountants en dierenartsen, die voor het verkrijgen van deze gegevens activiteiten hebben verricht voor een veehouder. De gegevens die worden opgeslagen in het NIS zijn derhalve niet alleen van CR Delta, maar ook van andere partijen afkomstig. De informatieproducten die het NIS levert, bepalen tezamen met de aangeleverde gegevens de waarde van een rund in het economisch verkeer. Voor het verhandelen van een rund over de grens is bijvoorbeeld het informatieproduct ‘stamboekcertificaat’ vereist. De vereisten (zoals informatie betreffende afstamming van een rund) waaraan een dergelijk certificaat moet voldoen, zijn vastgelegd in Europese regelgeving. Eiseres en CR Delta zijn als stamboekorganisatie uitsluitend bevoegd om stamboekcertificaten af te geven. Een VVB en een KI kunnen in beginsel alleen gegevens opvragen voor activiteiten die zij hebben verricht voor een veehouder. Voor het opvragen van gegevens voor andere activiteiten dienen zij te beschikken over een machtiging van de desbetreffende veehouder. Deze regels voor het ontsluiten van gegevens geldt voor alle VVB’s en KI’s (zowel voor CR Delta als voor met dit bedrijf concurrerende ondernemingen). In het I&R zijn voor runderen gegevens over geboorte, aanvoer, dood, import, export en slacht opgeslagen. Door middel van het I&R kunnen dieren, indien dat noodzakelijk is bijvoorbeeld in verband met een veeziekte, snel worden opgespoord. De verantwoordelijkheid voor het I&R berust bij het Ministerie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De kosten voor de instandhouding van dit systeem worden in rekening gebracht bij de veehouder, die tevens wettelijk verplicht is ervoor te zorgen dat de relevante gegevens worden gemeld bij het I&R. Tot september 2001 werd het I&R onder verantwoordelijkheid van de Gezondheidsdienst voor Dieren door CR Delta beheerd. Hierna heeft het I&R Bureau de I&R-taken overgenomen, maar CR Delta treedt nog steeds als beheerder op.
Eiseres heeft als klacht geformuleerd dat CR Delta zou weigeren de gegevens van de dieren waarvoor eiseres activiteiten verricht, op elektronische wijze aan haar ter beschikking te stellen. Tevens heeft eiseres erover geklaagd dat CR Delta het tarief voor haar stamboekcertificaten heeft verlaagd van (toen nog) ƒ 40,- naar ƒ 25,-. Volgens eiseres heeft CR Delta door zo te handelen artikel 24, eerste lid, van de Mw overtreden.
2.2.3 Het primaire besluit
In zijn besluit van 28 maart 2003 heeft verweerder aangegeven dat alle gegevens die eiseres nodig heeft voor een stamboekcertificaat, op te roepen zijn bij het NIS via een RundPrint (de gegevens van een rund worden gepresenteerd op een computerscherm, welke met behulp van een printscreen kunnen worden afgedrukt). De stamboomgegevens kunnen ook via een zakelijke vergoeding door eiseres bij CR Delta worden opgevraagd. De aanlevering van de gegevens op elektronische wijze (de zogenoemde download-optie) was CR Delta bereid te leveren tegen een vergoeding van (toen nog) ƒ 10,-. Ten aanzien van de stelling van eiseres dat zij de gegevens op deze wijze om niet geleverd moet krijgen, heeft verweerder overwogen dat de vergoeding die eiseres moet betalen voor de elektronische versie van de gegevens, gelijk is aan die van de analoge versie en eveneens gelijk aan het bedrag dat CR Delta aan alle organisaties die deze gegevens afnemen, in rekening brengt. Daarbij is niet gebleken dat voor eiseres het elektronisch aangeleverd krijgen van gegevens noodzakelijk is om stamboekcertificaten uit te geven, nu zij in de periode 1998-2000 een substantieel marktaandeel heeft gehad in deze uitgifte. Onder meer in het licht van het arrest van het Europees Hof van Justitie (hierna: het Hof) in de zaak C-7/97, Bronner (Jur. 1998, p. I-7791) kwam verweerder tot de conclusie dat het elektronisch aangeleverd krijgen van gegevens niet onontbeerlijk was voor eiseres. Naar het oordeel van verweerder was er derhalve geen sprake van een overtreding van artikel 24, eerste lid, van de Mw door CR Delta, indien deze een vergoeding van het elektronisch aanleveren van gegevens uit het NIS vraagt.
Naar aanleiding van de klacht dat CR Delta te lage tarieven voor haar stamboekcertificaten in rekening zou brengen, heeft verweerder de tarieven, aantallen en omzet van de stamboekcertificaten die uitgegeven zijn door zowel CR Delta als eiseres in de jaren 1998 tot en met 2002 onderzocht. In 2001 heeft zowel CR Delta als eiseres een aanzienlijk negatief bedrijfsresultaat behaald op de afzet van stamboekcertificaten. Dit negatieve bedrijfsresultaat kan evenwel verklaard worden uit de grote afname van de export van rundvee als gevolg van de MKZ-crisis en de BSE-problematiek. In de andere jaren heeft CR Delta in tegenstelling tot eiseres geen enkele keer een negatief bedrijfsresultaat behaald. Hieruit heeft verweerder de conclusie getrokken dat de door CR Delta in rekening gebrachte tarieven zowel boven de toerekenbare gemiddelde variabele kosten als boven de toerekenbare gemiddelde totale kosten lagen. In het licht van het arrest van het Hof in zaak C-62/86, AKZO (Jur. 1991, p. I-3359), waarin geoordeeld werd dat prijzen van een dominante onderneming beneden de gemiddelde variabele kosten geacht worden misbruik op te leveren en dat prijzen beneden gemiddelde totale kosten maar boven de gemiddelde variabele kosten van een dergelijke onderneming als misbruikelijk moeten worden beschouwd indien zij zijn vastgesteld om een concurrent uit te schakelen, kwam verweerder tot de slotsom dat artikel 24, eerste lid, van de Mw niet was overtreden.
In bezwaar heeft eiseres aangevoerd dat in het NIS de gegevens van de leden van zowel CR Delta als van eiseres worden opgeslagen en beheerd. Om stamboekcertificaten te leveren dienen beide stamboeken te beschikken over alle gegevens uit het NIS. Eiseres moet kunnen beschikken over de gegevens van dieren, waarvan een lid van eiseres eigenaar is, ongeacht of het dier wordt gehouden op een bedrijf dat geen lid van eiseres is. Anders dan waarvan het besluit van 28 maart 2003 uitgaat, kan CR Delta ook voor dieren, waar zij niet het stamboek van bijhoudt, stamboek-certificaten overleggen. CR Delta kan namelijk vrijelijk beschikken over de gegevens van eiseres en haar zelf die opgeslagen zijn in het NIS.
Over de tariefsverlaging van de stamboekcertificaten door CR Delta merkt eiseres op dat deze op zichzelf niet onredelijk is, maar in combinatie met het (feitelijk) afschermen van het NIS (door aan eiseres een hoge vergoeding te vragen) misbruik van een economische machtspositie oplevert.
Bij brief van 8 maart 2004 heeft CR Delta aan verweerder een rapport gezonden met de titel ‘De omgang door NRS B.V. met de toegang tot het NRS Informatie Systeem (NIS)’ (hierna: NIS-rapport).
2.2.6 Het bestreden besluit
In het bestreden besluit heeft verweerder over de toegang tot het NIS opgemerkt dat CR Delta met het oog hierop het NIS-rapport heeft opgesteld, waarin een protocol is opgenomen voor de omgang met de gegevens. Eiseres onderschrijft de normen van dit protocol, maar stelt dat deze niet worden nageleefd door CR Delta. Naar het oordeel van verweerder heeft CR Delta evenwel het betoog van eiseres dat CR Delta vrijelijk toegang heeft tot de gegevens van eiseres in het NIS, ontzenuwt. Naar het oordeel van verweerder was er derhalve onvoldoende bewijs voor oneigenlijk gebruik van de gegevens uit het NIS door CR Delta en derhalve voor een schending van artikel 24, eerste lid, van de Mw. Daarbij heeft verweerder het onder meer van belang geacht dat per 1 november 2004 een onafhankelijke commissie actief is, die toezicht zal houden op de naleving van het protocol dat met oog op het gebruik van de in het NIS aanwezige gegevens is vastgesteld.
Nu eiseres gesteld heeft dat de tariefsverlaging van stamboekcertificaten alleen onredelijk is in combinatie met de afscherming van de gegevens van eiseres in het NIS en van een dergelijke afscherming volgens verweerder geen sprake is, komt verweerder in het bestreden besluit tot het oordeel dat deze tariefsverhoging niet in strijd met artikel 24, eerste lid, van de Mw is. Daarnaast heeft eiseres niet weersproken de uitvoerige boekhoudkundige gegevens waarmee in het besluit van 28 maart 2003 de stelling, dat de tariefsverhoging geen misbruikelijke gedraging oplevert, is onderbouwd.
2.2.7 De gronden van het beroep
Eiseres voert in beroep aan dat het NIS een essentiële faciliteit is. Zij verwijst daarbij naar de informele zienswijze van verweerder, zoals die is terug te vinden in zijn brief van 2 juli 2001. In deze brief heeft verweerder aangegeven het NIS als een essentiële faciliteit is te beschouwen. Gezien de hoge subsidies die van overheidswege zijn toegekend ten behoeve van het NIS en de omstandigheid dat voor de fokwaardeschatting (één van de belangrijkste onderdelen van de stamboekcertificaten) van een dier alle gegevens, derhalve ook de gegevens van de runderen van de leden van CR Delta, noodzakelijk zijn, is het onmogelijk voor eiseres om een systeem als het NIS te reproduceren. Er is maar één NIS in Nederland en eiseres wordt derhalve feitelijk gedwongen hiervan gebruik te maken. Eiseres kan als kleine organisatie niet een eigen informatiesysteem opzetten, omdat zij niet beschikt over de benodigde financiële middelen en omdat voor de adequate bepaling van de genetische waarde van de dieren de gegevens van de leden van eiseres onvoldoende zijn, nu het overgrote deel van de familieleden van de runderen, waarvan eiseres gegevens invoert, bij de leden van CR Delta staat. Voorts wijst eiseres erop dat haar erkenning op het spel komt te staan, indien zij geen toegang tot het NIS meer heeft, omdat zij dan geen certificaten, die in overeenstemming met de geldende (Europese) regelgeving zijn, kan afgeven. Eiseres wijst erop dat zonder toegang tot de gegevens in het NIS het niet meer mogelijk is om de fokwaarde in het stamboekcertificaat op te nemen. Voorts geeft eiseres aan dat CR Delta een economische machtspositie heeft, omdat deze onderneming op de relevante markt beschikt over een marktaandeel van meer dan 95%. Van CR Delta zijn immers 9.500 boeren lid en van eiseres slechts 500. De bijna monopoloïde positie wordt nog versterkt door het eigendom van het NIS dat bij CR Delta berust. Gezien de omstandigheid dat het NIS een essentiële faciliteit is en CR Delta een machtspositie heeft, moet CR Delta toegang tot het NIS verlenen tegen voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan de voorwaarden die voor haar zelf gelden en moet CR Delta geen andere concurrentiebeperkende voorwaarden opleggen. Omdat CR Delta echter weigert de gegevens, die eiseres nodig heeft voor het uitgeven van stamboekcertificaten, te leveren tegen kostprijs, namelijk de handelingskosten, is er sprake van een leveringsweigering en schendt CR Delta artikel 24, eerste lid, van de Mw. Eiseres hoeft geen hoger bedrag te betalen dan de handelingskosten, omdat de gegevens die zij in het NIS heeft ingebracht, van haar zijn. Voorts is de opvatting van verweerder over de onbillijk lage tarieven voor de stamboekcertificaten onjuist, aangezien CR Delta, indien zij voor haarzelf dezelfde kosten voor de producten uit het NIS zou laten gelden als voor eiseres, geen positief bedrijfsresultaat zou hebben gehad. In dat geval zouden de tarieven van CR Delta zowel onder de toerekenbare gemiddelde variabele kosten als onder de toerekenbare gemiddelde kosten liggen. Eiseres stelt op grond van het voorgaande dat het bestreden besluit vernietigd moet worden wegens strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, het vertrouwensbeginsel en vanwege het feit dat verweerder na belangenafweging niet in redelijkheid had kunnen besluiten de klachten af te wijzen.
Verweerder wijst erop dat eiseres in bezwaar geen gronden heeft aangevoerd die verband houden met het standpunt van verweerder over de toepassing van de doctrine van de essentiële faciliteit in het primaire besluit. Deze gronden dienen daarom volgens de rechtspraak van deze rechtbank buiten beschouwing te blijven, aldus verweerder.
Daarnaast wijst verweerder erop dat eiseres geen vertrouwen kan ontlenen aan de informele zienswijze, waarin op deze doctrine is ingegaan, omdat het hier slechts ging om een eerste oordeelsvorming.
Verweerder merkt vervolgens op dat zowel in het bestreden besluit als in het primaire besluit in het midden kon worden gelaten of het NIS een essentiële faciliteit is. Omdat eiseres toegang heeft tot de gegevens in het NIS, is de vraag, of er sprake is van misbruik doordat CR Delta aan eiseres geen toegang tot een essentiële faciliteit zou verlenen, volgens verweerder niet aan de orde. Eiseres kan de gegevens van het NIS verkrijgen, mits zij een vergoeding daarvoor betaalt. De hoogte van deze vergoeding is gebaseerd op kosten van beheer, zodat volgens verweerder de vergoeding niet als een excessief tarief kan worden aangemerkt.
Ten aanzien van de tariefsverlaging voor de stamboekcertificaten handhaaft verweerder het standpunt dat, nu de gegevens van eiseres in het NIS niet worden afgeschermd, deze tariefsverlaging niet op gespannen voet staat met artikel 24, eerste lid, van de Mw. CR Delta heeft volgens verweerder aannemelijk gemaakt dat zij de kosten bij de totstandkoming van de tarieven correct heeft toegerekend. Overigens heeft eiseres de uitvoerige boekhoudkundige gegevens waarmee in het besluit van 28 maart 2003 de stelling, dat de gehanteerde tarieven geen misbruikelijke gedragingen opleveren, is onderbouwd, niet weersproken.
2.2.9 Zienswijze CR Delta
CR Delta bestrijdt dat het NIS en de fokwaardeschatting als een essentiële faciliteit moeten worden beschouwd. Een fokwaardeschatting is geen faciliteit maar een conclusie die wordt getrokken uit een aantal gegevens. Het NIS is geen essentiële faciliteit omdat derden niet verplicht zijn er gebruik van te maken. Zij kunnen ook gebruik maken van andere gegevensbronnen, dan wel een eigen infrastructuur bouwen en exploiteren. Eiseres heeft een reëel potentieel alternatief voor het NIS. Zij beschikt over de gegevens van de runderen van de eigen leden en kan via alternatieve kanalen gegevens van de dieren van de leden CR Delta opvragen. Daarnaast zou eiseres een met het NIS vergelijkbaar eigen systeem kunnen opzetten. Tevens wijst CR Delta erop dat er gegevens uit het NIS worden verstrekt tegen een vergoeding die gebaseerd is op de kosten van het verzamelen, bewerken, verwerken van de opgevraagde gegevens, alsmede op de kosten van onder andere het onderhouden van het NIS, vermeerderd met een redelijke marge.
Volgens CR Delta treft de stelling van eiseres dat het niet aanleveren van gegevens tegen kostprijs misbruikelijk zou zijn, geen doel. Zelfs indien het NIS en de fokwaardeschatting als een essentiële faciliteit zouden moeten worden beschouwd, is het CR Delta niet verboden de door haar gevraagde zakelijke vergoeding te vragen voor het verstrekken van gegevens uit het NIS.
CR Delta brengt ten slotte naar voren dat de hoogte van het tarief voor het aanleveren van stamboekcertificaten is gebaseerd op de kosten van het verzamelen, bewerken en verwerken van de in het certificaat verwerkte gegevens, alsook op de kosten van onder meer het onderhouden van het NIS, een en ander vermeerderd met een redelijke marge.
De rechtbank dient in dit geding de vraag te beantwoorden of verweerder terecht heeft aangenomen dat, gegeven de klacht van eiseres, CR Delta het verbod om misbruik te maken van een economische machtspositie, zoals neergelegd in artikel 24, eerste lid, van de Mw, niet heeft overtreden.
De rechtbank overweegt in dit verband allereerst dat verweerder niet gevolgd kan worden in zijn stelling dat de grieven van eiseres die verband houden met de toepassing van de doctrine van de essentiële faciliteit buiten beschouwing dienen te blijven. Zowel in bezwaar als in beroep heeft eiseres zich, onder verwijzing naar gedragingen van CR Delta, op het standpunt gesteld dat CR Delta artikel 24 eerste lid, van de Mw zou hebben geschonden. Eiseres stelt zich in beroep op het standpunt dat deze gedragingen met zich brengen dat haar een essentiële faciliteit wordt onthouden, hetgeen - gezien de door eiseres gestelde machtspositie van CR Delta - overtreding van artikel 24, eerste lid, van de Mw tot gevolg zou hebben. Gelet hierop kan niet geoordeeld worden dat de hier aan de orde zijnde grieven buiten de omvang van het geding zouden vallen dan wel vanwege strijd met de goede procesorde buiten beschouwing zouden moeten blijven.
De rechtbank overweegt vervolgens dat uit de rechtspraak van het Hof in de zaak Bronner (hiervoor aangehaald) en de zaak C-418/01, IMS Health. (Jur. 2004, p. I-5039) blijkt dat het onthouden van een essentiële faciliteit alleen dan misbruikelijk is, indien in ieder geval vaststaat dat een dominante onderneming toegang tot een bepaalde faciliteit weigert.
Ten aanzien van de vraag in hoeverre CR Delta daadwerkelijk aan eiseres de toegang weigert tot de gegevens die eiseres stelt nodig te hebben, overweegt de rechtbank het volgende.
Vast staat dat eiseres door middel van de zogenoemde ‘RundPrint’-functie toegang heeft tot alle gegevens die eiseres nodig heeft voor een stamboekcertificaat. Zij dient hiervoor een zakelijke vergoeding te betalen. Daarnaast heeft CR Delta aangeboden tegen een vergoeding van (toen nog) ƒ 10,- deze gegevens op elektronische wijze beschikbaar te stellen via de zogenoemde download-optie. Gesteld noch gebleken is dat het niveau van deze vergoeding zo hoog is dat er sprake is van een excessief tarief en dat daarmee het handelen van CR Delta feitelijk zou zijn gelijk te stellen aan een leveringsweigering. Van de zijde van eiseres is immers slechts aangegeven dat zij voor de gegevens, waarover zij wenst te beschikken, alleen de handelingskosten (kostprijs van de handelingen van het NIS) en geen vergoeding voor de informatie zelf wil betalen. In de handelingskosten, zoals omschreven door eiseres, is evenwel niet verdisconteerd dat CR Delta gegevens opslaat, bewerkt en beheert in het NIS. De handelingskosten weerspiegelen derhalve niet de waarde van de door CR Delta te leveren gegevens.
Nu niet kan worden geoordeeld dat CR Delta zich schuldig heeft gemaakt aan leverings-weigering kan de vraag, of het NIS en de fokwaardeschatting gekwalificeerd moeten worden als een essentiële faciliteit, in het midden gelaten worden.
Ten aanzien van de stelling van eiseres dat CR Delta onbillijk lage tarieven voor haar stamboekcertifi-caten zou vragen, overweegt de rechtbank dat deze stelling nauw samenhangt met hetgeen eiseres aangevoerd heeft over de toegang tot de gegevens in het NIS. Nu niet gebleken is dat CR Delta de toegang tot het NIS aan eiseres geweigerd heeft, kan het betoog van eiseres reeds om die reden niet slagen.
Overigens is ook anderszins niet gebleken dat de tarieven voor het afgegeven van stamboekcertifi-caten, welke tarieven in het primaire besluit met concrete boekhoudkundige gegevens zijn onderbouwd, onbillijk laag zouden zijn.
De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat verweerder aan de hand van de onderzochte gedragingen terecht tot de conclusie is gekomen dat van schending van artikel 24, eerste lid, van de Mw geen sprake was en dat verweerder derhalve op toereikende gronden de klacht van eiseres afgewezen heeft.
Gelet op het voorafgaande dient het beroep van eiseres ongegrond te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten is geen aanleiding.
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. de Wildt als voorzitter en mr. A. Verweij en mr. J.W. van de Gronden als leden.
De beslissing is, in tegenwoordigheid van mr. I. Geerink-van Loon als griffier, uitgesproken in het openbaar op 22 februari 2006.
De griffier: De voorzitter:
Een belanghebbende - onder wie in elk geval eiseres wordt begrepen - en verweerder kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA 's-Gravenhage. De termijn voor het indienen van het beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het afschrift van deze uitspraak is verzonden.