ECLI:NL:RBROT:2006:AY6206
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vertraging in betaling overnamesom benzinestation en schuldeisersverzuim
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap J. van Walchren Exploitatiemaatschappij B.V. (eiseres) en Kuwait Petroleum (Nederland) B.V. (gedaagde) over de betaling van een overnamesom voor een benzinestation. De overname-overeenkomst, gesloten in oktober 2003, stipuleerde dat de betaling van de overnamesom van € 650.000,00 in drie termijnen zou plaatsvinden. De eerste betaling van € 50.000,00 werd gedaan, maar de tweede betaling werd vertraagd omdat gedaagde een correcte BTW-factuur van eiseres verlangde. Eiseres heeft deze factuur pas op 16 februari 2005 verzonden, waarna gedaagde op 17 februari 2005 het restant van de overnamesom heeft voldaan, met een verrekening van € 1.100,00 wegens asbestverwijdering.
Eiseres stelde dat gedaagde in verzuim verkeerde en vorderde een boete van 3 promille over de totale overnamesom, die op dat moment € 81.217,50 bedroeg. Gedaagde verweerde zich door te stellen dat er sprake was van schuldeisersverzuim, omdat eiseres haar verplichtingen niet was nagekomen door het niet tijdig verstrekken van de BTW-factuur. De rechtbank oordeelde dat gedaagde niet in verzuim was geraakt, omdat de vertraging in de betaling niet aan haar kon worden toegerekend. De rechtbank matigde de boete tot € 5.000,00, omdat de vertraging in de afwikkeling van de overname-overeenkomst aan eiseres was te wijten.
De rechtbank compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.