ECLI:NL:RBROT:2006:AY7516
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- K.L. van Zetten
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot begroting van nakosten ex artikel 237 lid 4 BW
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Wehkamp B.V. een verzoek ingediend bij de Rechtbank Rotterdam, sector kanton, om de nakosten te begroten die voortvloeien uit een eerder vonnis van 10 juli 2003. Dit vonnis had betrekking op een veroordeling van de verweerder tot betaling van een geldsom en proceskosten. De kantonrechter heeft op 23 augustus 2006 geoordeeld dat Wehkamp ontvankelijk is in haar verzoek, aangezien zij de partij is in het voordeel van wie de kostenveroordeling is uitgesproken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de nakosten, die ontstaan zijn na de uitspraak, moeten worden begroot door de rechter die het oorspronkelijke vonnis heeft gewezen.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de nakosten niet in het oorspronkelijke vonnis zijn opgenomen, omdat deze kosten pas na de uitspraak bekend zijn. De kantonrechter heeft de nakosten begroot op € 67,50, wat overeenkomt met een forfaitair tarief van de helft van het in het vonnis toegepaste liquidatietarief. De kantonrechter heeft ook benadrukt dat de werkzaamheden die door de gemachtigde van Wehkamp zijn verricht, substantieel genoeg zijn om de nakosten te rechtvaardigen, vooral omdat de betalingsregeling door de verweerder niet is nagekomen.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de kosten die na de uitspraak zijn gevallen, worden begroot op € 67,50 en dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter mr. K.L. van Zetten tijdens een openbare zitting.