ECLI:NL:RBROT:2006:AY9289
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens hennepkwekerij in gehuurde woning
In deze zaak vorderde de Stichting Woningstichting 3 B Wonen ontbinding van de huurovereenkomst met de gedaagde, omdat in de woning van de gedaagde een hennepkwekerij was aangetroffen. De kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden niet zodanig waren dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De gedaagde erkende dat de schuur van de woning was ingericht voor het kweken van hennep, maar stelde dat hij dit uitsluitend voor eigen gebruik deed en geen overlast of schade had veroorzaakt. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde niet als een goed huurder had gehandeld, maar dat de tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst van geringe betekenis was. De hennepteelt was beperkt van omvang en leidde niet tot gevaarzetting of schade aan het gehuurde. Bovendien had de gedaagde een groot belang bij het behoud van zijn woonruimte, aangezien hij afhankelijk was van de betaalbare huur van de eiseres in de betreffende gemeente. De kantonrechter wees de vordering van de eiseres af en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde.