ECLI:NL:RBROT:2006:AZ3102
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van der Grinten
- A. Ahsmann
- P. Peeck
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter wegens vermeende vooringenomenheid in civiele procedure
In deze zaak heeft verzoekster, H. Hoogvliet Autoschade Spijkenisse B.V., een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter in een civiele procedure. De verzoekster meent dat de rechter geen onpartijdig oordeel kan geven, omdat deze een vooringenomen houding heeft aangenomen tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2006. De wrakingskamer heeft het griffiedossier van de procedure bestudeerd, waarin onder andere aantekeningen van de griffier zijn opgenomen. Tijdens de zitting van 17 oktober 2006 was de rechter betrokken bij een procedure die door mevrouw B.M. Biersma-Ter Weele tegen verzoekster was aangespannen. De raadsman van verzoekster heeft op 20 oktober 2006 het wrakingsverzoek ingediend, waarna de wrakingskamer de zaak heeft behandeld.
De verzoekster heeft verschillende argumenten aangevoerd ter onderbouwing van haar wrakingsverzoek. Zij stelt dat de rechter bij de mondelinge behandeling op voorhand aannam dat verzoekster de arbeidsrelatie met mevrouw Biersma wilde beëindigen, terwijl de CWI-procedure nog liep. Ook zou de rechter zich vijandig hebben opgesteld en ongepaste opmerkingen hebben gemaakt, wat de indruk wekt van een persoonlijke betrokkenheid bij de zaak. De rechter heeft in haar schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat zij van mening is dat het verzoek op oneigenlijke gronden is ingediend en dat er geen omstandigheden zijn die tot wraking zouden moeten leiden.
De rechtbank heeft de argumenten van verzoekster en de reactie van de rechter zorgvuldig gewogen. De rechtbank concludeert dat de houding van de rechter tijdens de zitting aanleiding heeft kunnen geven tot de objectief gerechtvaardigde vrees dat zij vooringenomen was. Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het wrakingsverzoek gegrond verklaard en toegewezen. De beslissing is op 21 november 2006 genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters.