ECLI:NL:RBROT:2006:AZ4911

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/000328-04 Beschikking op verzoekschrift ex art. 591a Sv
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • M. de Boer
  • A. van Belzen
  • J. van de Kar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschrift tot vergoeding van kosten van raadsman in strafzaak tegen Nadir A.

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, nevenvestigingsplaats 's-Gravenhage, werd op 7 november 2006 uitspraak gedaan op het verzoekschrift ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van Nadir A., die eerder was vrijgesproken in de strafzaak tegen de Hofstadgroep. Het verzoekschrift, ingediend op 23 mei 2006, strekte tot vergoeding van de kosten van zijn raadsman, die in totaal € 1.000,= bedroegen. De rechtbank heeft het verzoek in raadkamer behandeld op 10 oktober 2006, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. H. Wansink.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de strafzaak tegen verzoeker was geëindigd met een onherroepelijk vonnis van 10 maart 2006, waarin hij werd vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft in raadkamer geconcludeerd tot toewijzing van het verzoek, maar met het voorbehoud dat het standaardtarief zou worden toegekend. De rechtbank heeft de gronden van billijkheid aanwezig geacht om verzoeker een bedrag van € 540,= toe te kennen, wat het gebruikelijke bedrag is voor de kosten van het opstellen, indienen en behandelen van het verzoek.

De rechtbank heeft geen feiten of omstandigheden aangetroffen die aanleiding gaven om af te wijken van het gebruikelijke bedrag. De beslissing van de rechtbank was om verzoeker een bedrag van € 540,= toe te kennen ten laste van de Staat, en het anders of meer verzochte werd afgewezen. Deze beschikking werd gegeven door de rechters in tegenwoordigheid van de griffiers en uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
NEVENVESTIGINGSPLAATS 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
parketnummer: 10/000328-04
kenmerk RK: 06/800
Beschikking van de rechtbank Rotterdam, nevenvestigingsplaats 's-Gravenhage, raadkamer in strafzaken, op het verzoekschrift ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
Nadir A.,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]1981,
wonende te [adres],
te dezer zake domicilie kiezende te Amsterdam,
Oosterpark 71, ten kantore van mr. H. Wansink,
ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 23 mei 2006, strekkende tot een vergoeding ten laste van de Staat van de kosten van zijn raadsman voor het indienen van het onderhavige verzoek tot een bedrag van in totaal € 1.000,=.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier met bovengenoemd parketnummer.
De rechtbank heeft op 10 oktober 2006 dit verzoekschrift in raadkamer behandeld.
Verzoeker, bijgestaan door mr. H. Wansink, advocaat te Amsterdam, is in raadkamer gehoord.
De officier van justitie heeft in raadkamer geconcludeerd tot toewijzing van het verzoek met dien verstande dat het standaardtarief wordt toegekend.
Beoordeling van het verzoekschrift.
De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot behandeling van het verzoek.
De strafzaak tegen verzoeker is geëindigd door een inmiddels onherroepelijk vonnis van deze rechtbank van 10 maart 2006, waarbij verzoeker is vrijgesproken van het hem telastgelegde.
Het verzoek is tijdig ingekomen.
De rechtbank acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker voor de kosten van het opstellen, indienen en behandelen van het onderhavige verzoek het te dien aanzien gebruikelijke bedrag van in totaal € 540,= toe te kennen. In dit standaardtarief zijn verdisconteerd het opstellen van het verzoekschrift, de reiskosten en reistijd, wachttijd en de behandeling ter zitting en de nakosten. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de rechtbank aanleiding geven af te wijken van het gebruikelijk daarvoor toegekende bedrag.
Beslissing.
De rechtbank kent aan verzoeker toe ten laste van de Staat een bedrag van in totaal € 540,= (zegge: VIJFHONDERDVEERTIG EURO) en wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven te 's-Gravenhage door mrs. De Boer, voorzitter, Van Belzen en Van de Kar, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. De Vroom en Dingley, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 7 november 2006.