ECLI:NL:RBROT:2006:AZ4948
Rechtbank Rotterdam
- Raadkamer
- M. de Boer
- A. van Belzen
- J. van de Kar
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding ex artikel 89 Sv voor erfgenamen van overleden verdachte in uitleveringsdetentie
In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, nevenvestigingsplaats 's-Gravenhage, werd een verzoekschrift behandeld op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van de overleden Rachid B., die vrijgesproken was in de strafzaak tegen de Hofstadgroep. Het verzoekschrift, ingediend door de erfgenamen van verzoeker, strekte tot schadevergoeding voor de dagen die verzoeker in uitleveringsdetentie, verzekering en voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank heeft op 10 oktober 2006 het verzoek in raadkamer behandeld, waarbij de erfgenamen niet aanwezig waren, maar de raadsvrouw mr. W. Drummen wel. De officier van justitie concludeerde tot toewijzing van een schadevergoeding voor de detentiedagen, maar wees het verzoek voor overige schade af, omdat er geen causaal verband was aangetoond.
De rechtbank oordeelde dat de erfgenamen recht hadden op een schadevergoeding van in totaal € 20.745,= voor de dagen die verzoeker in detentie had doorgebracht. Dit bedrag was berekend op basis van het aantal nachten in detentie en de bijbehorende tarieven. De rechtbank wees echter het verzoek om vergoeding van materiële schade, zoals huurachterstand en ontruimingskosten, af, omdat verzoeker niet had aangetoond dat deze schade het directe gevolg was van de detentie. De beslissing werd genomen op 7 november 2006, waarbij de rechtbank de erfgenamen een bedrag van € 20.745,= toekende en het overige verzochte afwees.