Coolmark heeft daartoe het volgende aangevoerd:
4.1
De LT-40 leidingen waren niet ondeugdelijk.
- Het werkelijke probleem is de combinatie van Freezium, LT-40 en SW32, en dan in het bijzonder de omstandigheid, dat SW32 niet oplost in Freezium terwijl het schadelijk is voor LT-40. Dat is een kwestie, die niet verweten kan worden aan degenen zoals Coolmark, die de componenten (koelers, koelvloeistof, leidingen) hebben geleverd, dat is een verantwoordelijkheid van de systeemverantwoordelijke, Nijssen en/of Verhoef, die als enige(n) overzicht had(den) op het systeem als totaal en dus op de eventuele schadelijke inwerking op elkaar van op zichzelf deugdelijke componenten. Op hen rustte een onderzoeksplicht. Coolmark was niet op de hoogte van de aard en samenstelling van het totale systeem en wist niet dat haar leidingen werden toegepast in een project waar Freezium als koelvloeistof zou worden gebruikt.
-Het LT-40 materiaal is daarna, ook in combinatie met Freezium, zonder probleem toegepast.
4.2
Op Coolmark rustte geen mededelingsplicht en evenmin een onderzoeksplicht.
-LT-40 was niet nieuw, ook niet in deze toepassing. Het is slechts de benaming die Coolmark heeft gegeven aan het groene ABS-materiaal dat zij levert. ABS als materiaal voor leidingen in de koelindustrie was al vanaf in elk geval 1980 in gebruik. Algemeen bekend is, dat dit type kunststoffen zich niet verdraagt met onder meer synthetische olie, vanwege de aanwezige esters.
-Nijssen (en Verhoef) zijn onderlegde hoogwaardige experts op het gebied van koeltechnische installaties. Zij hadden zelf moeten weten dat LT-40 zich niet verdraagt met de esters in synthetische oliën.
-Het verstrekken van informatie over incompatibiliteiten is in de (groothandels)branche waarin Coolmark opereert niet gebruikelijk. De afnemers zijn gespecialiseerde bedrijven, die de nodige kennis zelf hebben.
-Freezium was een nieuwe koelvloeistof, in het voorjaar van 1999 voor het eerst in de Benelux op de markt; als er al op een van de leveranciers een mededelingsplicht of onderzoeksplicht rustte, dan op de leverancier van Freezium, Kemira. Betwist wordt dat Durapipe en de Kemiragroep hadden besloten om het gebruik van ABS-materiaal in combinatie met Freezium te introduceren.
Wel heeft Durapipe onderzoek gedaan naar de combinatie van LT-40 en Freezium; deze combinatie op zich is probleemloos.
-Dat inmiddels Durapipe en Coolmark waarschuwingen in hun informatiemateriaal opnemen is een vorm van goed huisvaderschap, naar aanleiding van de problemen bij dit project.
-Van een onderzoeksplicht kan geen sprake zijn. Coolmark is niet bekend met alle in een systeem toe te passen componenten en kan dus geen onderzoek doen naar eventuele interferenties. Dat kan van haar ook niet verwacht worden.
4.3
Subsidiair: Als er op Coolmark een mededelingsplicht rustte, dan heeft zij daaraan voldaan. Coolmark, althans Eriks, heeft, bij gelegenheid van een verwerkingscursus waar personeelsleden van Nijssen aanwezig waren, de schadelijke invloed van synthetische olie op LT-40 besproken en gedemonstreerd.
4.4
Tussen Nijssen en Coolmark golden de NKVL-voorwaarden die verzekeraars tegen zich moeten laten gelden. Nijssen heeft tegenover Coolmark eerder erkend dat die voorwaarden van toepassing zijn; verzekeraars kunnen daar niet op terugkomen. Nijssen kende de voorwaarden (zij hanteerde ze zelf ook) zodat terhandstelling niet vereist was.
Coolmark beroept zich op de exoneratieclausule van art. 10 sub b, nu zij er van uitgaan dat bedrijfsschade en andere indirecte schade is vergoed.
Voorts beroept zij zich op art.9 d: de medewerkers van Nijssen hebben geen acht geslagen op de instructies die op de cursus zijn gegeven, met de schade als gevolg.
4.5
De omvang van de schade wordt betwist, evenals de stelling dat het louter directe schade betreft.
Overigens heeft Coolmark (samen met Durapipe en Eriks) onverplicht met uitstaande facturen aan Nijssen verrekend een totaalbedrag van hfl. 264.000,=, terwijl het destijds door Coolmark aan Nijssen gefactureerde bedrag slechts ruim hfl.160.000,= bedroeg.