ECLI:NL:RBROT:2006:BB1849
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Lubberink
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding huurders wegens niet-nakoming afspraken door verhuurder
In deze zaak vorderen de huurders schadevergoeding van hun verhuurder, FT Vastgoed B.V., omdat de verhuurder de woning niet heeft opgeleverd conform de gemaakte afspraken. De huurders, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. R. Scheltes, hebben in een eerdere procedure een tussenvonnis gekregen waarin zij zijn toegelaten om schade te bewijzen. De huurders hebben hun schade gespecificeerd op € 8.049,60 aan materiële schade en € 12.252,00 aan immateriële schade, wat in totaal neerkomt op € 20.301,60. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verhuurder toezeggingen heeft gedaan over de aanpassingen in de woning, waaronder het verwijderen van keukenblokken en het vernieuwen van de keuken op de eerste etage.
De huurders hebben getuigenverklaringen overgelegd die hun standpunt ondersteunen, en de kantonrechter oordeelt dat de getuigenverklaringen geloofwaardig zijn, ondanks enkele inconsistenties. De verhuurder heeft betoogd dat de huurders geen schade hebben geleden omdat zij beschikten over een OV-studentenkaart en dat de huurders ten onrechte vanaf september 2003 schade vorderen, terwijl de woning pas in maart 2004 beschikbaar was. De kantonrechter oordeelt echter dat de huurders hun schade voldoende hebben aangetoond en dat de reiskostenvergoeding over een periode van 18 maanden wordt toegekend, wat resulteert in een bedrag van € 5.572,80.
De kantonrechter compenseert de proceskosten tussen partijen, waarbij de verhuurder zijn eigen kosten volledig moet dragen en de kosten van de huurders voor de helft. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de overige vorderingen van de huurders zijn afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. W.F. Lubberink en is openbaar uitgesproken.