ECLI:NL:RBROT:2007:AZ8541
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- J.W. Klein Wolterink
- M.J.A.M. Ahsmann
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek in civiele procedure betreffende uithuisplaatsing minderjarigen
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 11 januari 2007 een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoekster, die zich verzette tegen de rechter die haar zaak behandelde. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een zitting op 28 december 2006, waar een verzoek tot spoedmachtiging voor de uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen van verzoekster werd behandeld. Verzoekster stelde dat de rechter onterecht een verzoek van de Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam had behandeld, omdat deze stichting geen rechtspersoon is en derhalve geen verzoeken kan indienen. Tijdens de zitting was er onenigheid over de acceptatie van de vertegenwoordigers van de betrokken partijen, wat volgens verzoekster leidde tot rechtsongelijkheid en een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter.
De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster zorgvuldig beoordeeld. De rechter heeft aangegeven dat er geen sprake was van een omstandigheid die grond tot wraking kon opleveren. De wrakingskamer concludeerde dat de rechter op basis van de omstandigheden van de zaak redelijkerwijs kon aannemen dat de vertegenwoordiger van de stichting, hoewel niet gemachtigd, toch aanwezig mocht zijn. De wrakingskamer oordeelde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor een vooringenomenheid van de rechter en dat het verzoek tot wraking ongegrond was. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier, en de voorzitter heeft de uitspraak ter openbare terechtzitting uitgesproken.