ECLI:NL:RBROT:2007:AZ8548
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Internationaal bevoegdheidsincident in civiele zaak tussen SAB Subsidie Advies Bureau B.V. en PressTech N.V.
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, ging het om een internationaal bevoegdheidsincident tussen SAB Subsidie Advies Bureau B.V. en PressTech N.V. De eiser, SAB, vorderde een betaling van € 43.971,68 van de gedaagde, PressTech, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. PressTech betwistte de bevoegdheid van de Nederlandse rechtbank en stelde dat de Belgische rechter bevoegd was, omdat zij een vennootschap is met haar statutaire zetel in België. SAB baseerde de bevoegdheid van de rechtbank op artikel 5 lid 1 sub b van de EEX-Verordening, stellende dat de werkzaamheden voornamelijk in Nederland waren uitgevoerd.
De rechtbank oordeelde dat de exceptie van onbevoegdheid tijdig was ingediend en dat SAB in de dagvaarding niet meer terugkwam op haar beroep op de algemene voorwaarden. De rechtbank besloot dat partijen in persoon moesten verschijnen voor de rechter-commissaris om inlichtingen te verstrekken en een schikking te beproeven. De rechtbank hield verdere beslissingen aan en bepaalde dat partijen bewijs dienden te leveren over de plaats van uitvoering van de werkzaamheden.
De rechtbank benadrukte dat de plaats van feitelijke uitvoering van de verbintenis beslissend is voor de bevoegdheid van de rechter. Aangezien SAB stelde dat het grootste deel van de werkzaamheden in Nederland was uitgevoerd, diende zij dit te bewijzen. De rechtbank gaf aan dat de hoofdzaak ook inhoudelijk besproken zou worden, waarbij verschillende punten aan de orde zouden komen, zoals de omvang van de ontvangen betalingen en de duur van de overeenkomst. De zitting was gepland voor 20 april 2007, waar partijen hun standpunten verder konden toelichten.