ECLI:NL:RBROT:2007:AZ8563
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- J.W. Klein Wolterink
- M.J.A.M. Ahsmann
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in een ondertoezichtstelling van minderjarigen
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 18 januari 2007 een verzoek tot wraking van een rechter behandeld. Het verzoek was ingediend door verzoekster, die betrokken was bij een procedure tot ondertoezichtstelling van haar vijf minderjarige kinderen. De wraking werd aangevraagd naar aanleiding van een eerdere procedure waarin de rechter door een andere partij was gewraakt. Verzoekster stelde dat er een direct verband was tussen beide zaken en dat de rechter in de eerdere procedure de rechterlijke macht had beschadigd door een proces-verbaal valselijk op te maken en onrechtmatig contact te hebben gehad met de wederpartij.
De wrakingskamer heeft het griffiedossier en aanvullende stukken bestudeerd, waaronder een fax-bericht van verzoeksters gemachtigde. Tijdens de zitting op 11 januari 2007 was niemand verschenen. De rechter heeft schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en bestreed de feitelijke grondslag van het verzoek. De wrakingskamer oordeelde dat de concrete feiten die verzoekster aanvoerde niet voldoende waren om aan te nemen dat er sprake was van uitzonderlijke omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken.
De wrakingskamer concludeerde dat de wraking ongegrond was en heeft het verzoek afgewezen. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee andere rechters, en werd ter openbare terechtzitting uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.