BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
- stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 19 (NEGENTIEN) MAANDEN;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
- beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van: twee goudkleurige armbanden (A.A.12), een goudkleurige ketting (B.B6.5), vier pandbewijzen (A.A6.25) en een bankafschrift van ABN/AMRO 512349975;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 150,-- en veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan [slachtoffer 1], wonende te [woonplaats] te betalen € 150,-- (zegge: honderdvijftig euro), met dien verstande dat de verdachte van deze verplichting zal zijn bevrijd indien en voor zover dit bedrag door (een) mededader(s) is betaald;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
- legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij voornoemd te betalen € 150,--(zegge: honderdvijftig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
- indien en voor zover door de veroordeelde en/of (een) mededader dit bedrag aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij is betaald, vervalt daar mee de verplichting van de veroordeelde om voormeld bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Andersom vervalt de verplichting tot betaling aan de Staat indien en voor zover door de veroordeelde en/of (een) mededader(s) voormeld bedrag een de benadeelde partij is betaald.
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 150,-- en veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan [slachtoffer 2], wonende te [woonplaats] te betalen € 150,-- (zegge: honderdvijftig euro), met dien verstande dat de verdachte van deze verplichting zal zijn bevrijd indien en voor zover dit bedrag door (een) mededader(s) is betaald;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
- legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij voornoemd te betalen € 150,--(zegge: honderdvijftig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
- indien en voor zover door de veroordeelde en/of (een) mededader dit bedrag aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij is betaald, vervalt daar mee de verplichting van de veroordeelde om voormeld bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Andersom vervalt de verplichting tot betaling aan de Staat indien en voor zover door de veroordeelde en/of (een) mededader(s) voormeld bedrag een de benadeelde partij is betaald;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 157,50 en veroordeelt de verdachte tegen kwijting aan [slachtoffer 2], wonende te [woonplaats] te betalen € 157,50 (zegge: honderdzevenenvijftig euro en vijftig eurocent), met dien verstande dat de verdachte van deze verplichting zal zijn bevrijd indien en voor zover dit bedrag door (een) mededader(s) is betaald;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
- legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij voornoemd te betalen € 157,50 (zegge: honderdvijftig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
- indien en voor zover door de veroordeelde en/of (een) mededader dit bedrag aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partij is betaald, vervalt daar mee de verplichting van de veroordeelde om voormeld bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Andersom vervalt de verplichting tot betaling aan de Staat indien en voor zover door de veroordeelde en/of (een) mededader(s) voormeld bedrag een de benadeelde partij is betaald.