ECLI:NL:RBROT:2007:BA0238
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. de Groot
- A. Schröder
- J. Vlaardingerbroek
- Rechtspraak.nl
Beschikking inzake voogdij en gezag over een kind geboren uit draagmoederschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 februari 2007 uitspraak gedaan in een complexe kwestie rondom de voogdij en het gezag over een kind, geboren op 1 juni 2005 te Rotterdam. De betrokken partijen zijn [X] en zijn echtgenote [Y], en de biologische ouders van het kind, [gerequestreerde] en [gerequestreerde]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om ontheffing van het gezag van de biologische ouders en om de voogdij te laten toekennen aan [X] en [Y]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het kind al geruime tijd bij [X] en [Y] verblijft en dat een overplaatsing naar de biologische ouders niet in het belang van het kind zou zijn. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met zorgen van de Raad over mogelijke opvoedingsproblemen in de toekomst, mede gezien de lichte verstandelijke handicap van [X].
De rechtbank heeft geoordeeld dat de huidige situatie, waarbij het kind niet door zijn biologische moeder wordt opgevoed, in strijd is met het recht van het kind om zijn ouders te kennen en door hen verzorgd te worden. De rechtbank heeft de verzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming om ontheffing van het gezag en voogdijopdracht aan [X] en [Y] afgewezen, en in plaats daarvan de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering benoemd tot voogdes over het kind. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft de mogelijkheid van hoger beroep uiteengezet voor de betrokken partijen.