ECLI:NL:RBROT:2007:BA1294
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Soutendijk-van Appeldoorn
- Rechtspraak.nl
Huwelijkse voorwaarden en vergoedingsrecht in het kader van koude uitsluiting
In deze zaak, uitgesproken op 14 maart 2007 door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een geschil tussen een man en een vrouw die op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. De man vordert een vergoeding van € 79.636,55, die hij heeft ingebracht voor de aankoop van de echtelijke woning, die op naam van beide partijen staat. De vrouw betwist de vordering en stelt dat de man zijn inbreng heeft gedaan ter voldoening van een natuurlijke verbintenis, namelijk de morele verplichting om zijn gezin goed verzorgd achter te laten. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheden van het geval geen dringende morele verplichting opleveren die de vordering van de man zou uitsluiten. De rechtbank wijst de vordering van de man af om de woning te gelde te maken en bepaalt dat de overwaarde van de woning, na aftrek van het door de man ingebrachte bedrag, gelijkelijk tussen partijen moet worden verdeeld. De rechtbank compenseert de proceskosten, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt de toepassing van het vergoedingsrecht in het kader van huwelijkse voorwaarden en de beoordeling van natuurlijke verbintenissen.