ECLI:NL:RBROT:2007:BA3261

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
230886 / HA ZA 05-82
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor tussentijds appel in civiele procedure

Op 21 maart 2007 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de civiele zaak tussen de besloten vennootschap OCEANWIDE OFFSHORE SERVICES B.V. en de naamloze vennootschappen ALLIANZ NEDERLAND SCHADEVERZEKERING N.V. en SCHADEVERZEKERINGMAATSCHAPPIJ ERASMUS N.V. In deze zaak was eerder op 20 december 2006 een tussenvonnis gewezen, waarin de rechtbank partijen had verzocht zich nader uit te laten over de omvang van de schade. Gedaagden hebben op 7 februari 2007 verzocht om toestemming om tussentijds in hoger beroep te gaan tegen het tussenvonnis. Eiseres, OCEANWIDE OFFSHORE SERVICES B.V., heeft zich op 12 maart 2007 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over dit verzoek. De rechtbank heeft, rekening houdend met de proceseconomische overwegingen en de nog niet uitgewerkte discussie over de schade, besloten om het verzoek van gedaagden toe te staan. De rechtbank heeft bepaald dat hoger beroep kan worden ingesteld tegen het tussenvonnis van 20 december 2006, zonder dat het eindvonnis hoeft te worden afgewacht. Deze beslissing is partijen mondeling medegedeeld, en de rechtbank heeft benadrukt dat het hoger beroep binnen de geldende termijn moet worden ingediend.

Uitspraak

R E C H T B A N K R O T T E R D A M
sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 230886 / HA ZA 05-82
Uitspraak: 21 maart 2007
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid OCEANWIDE OFFSHORE SERVICES B.V.,
gevestigd te Den Helder,
eiseres,
procureur mr. G.F.Lobe,
advocaat mr. J.Jong te Zaandam,
- tegen -
1. de naamloze vennootschap ALLIANZ NEDERLAND SCHADEVERZEKERING N.V,
gevestigd te Rotterdam
2. de naamloze vennotschap SCHADEVERZEKERINGMAATSCHAPPIJ ERASMUS N.V,
gevestigd te Rotterdam
gedaagden,
procureur mr. R.B.Gerretsen,
advocaten mrs. E.J.W.M. van Niekerk en W.C.T.Weterings te Rotterdam.
In deze zaak is op 20 december 2006 een tussenvonnis gewezen, waarin, kort samengevat, de zaak naar de rol is verwezen opdat partijen zich nader kunnen uitlaten over de (omvang van de) schade.
Bij brief van 7 februari 2007 hebben gedaagden verzocht om toestemming om reeds thans van dat tussenvonnis in hoger beroep te komen.
Eiseres heeft bij brief van 12 maart 2007 laten weten zich ten aanzien van dat verzoek te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
In deze situatie ziet de rechtbank aanleiding alsnog de mogelijkheid van tussentijds appel open te stellen, mede in aanmerking nemende de proceseconomische overweging dat het tot dusverre nog nauwelijks uitgewerkte debat over de schade (als partijen daarover geen overeenstemming in der minne kunnen bereiken) tamelijk bewerkelijk lijkt te kunnen worden.
Uiteraard dient dat hoger beroep binnen de geldende termijn aanhangig gemaakt te worden; in verband daarmee is deze beslissing partijen reeds op voorhand mondeling medegedeeld.
De beslissing
De rechtbank,
bepaalt dat van het vonnis van 20 december 2006 hoger beroep kan worden ingesteld en dat daartoe het eindvonnis niet behoeft te worden afgewacht.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T.Hofmeijer-Rutten
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
106