ECLI:NL:RBROT:2007:BA6197
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bewaarnemer voor diefstal van motorfietsen uit loods
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, staat de aansprakelijkheid van Logistic Centre Rotterdam B.V. (LCR) centraal voor de diefstal van motorfietsen die door Venix International B.V. en [eiser 2] in bewaring waren gegeven. De rechtbank heeft op 4 april 2007 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortkwam uit een geschil over de schadevergoeding na de diefstal van 10 motorfietsen uit de loods van LCR. Venix en [eiser 2] vorderden een schadevergoeding van LCR, die zij aansprakelijk hielden voor de diefstal, omdat LCR niet voldoende zorg had gedragen voor de beveiliging van de motorfietsen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de motorfietsen op 11 april 2005 aan LCR in bewaring waren gegeven en dat deze in de douaneloods waren opgeslagen, die was uitgerust met een inbraakalarmsysteem. Echter, in de nacht van 29 op 30 april 2005 ging het alarm af, maar er werd geen opvolging gegeven door de meldkamer. De rechtbank oordeelde dat LCR niet de zorg had betracht die van een goed bewaarder verwacht mag worden, en dat de combinatie van omstandigheden de diefstal relatief eenvoudig maakte. LCR had niet voldaan aan haar verplichtingen als bewaarnemer, waardoor zij aansprakelijk werd gesteld voor de schade.
De rechtbank wees de vordering van [eiser 2] af, omdat deze niet vorderingsgerechtigd was. De schadevergoeding werd vastgesteld op € 39.140,--, het bedrag waarvoor de motorfietsen volgens de verkoopfacturen waren verkocht. De rechtbank wees ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten en de wettelijke handelsrente af, maar kende de wettelijke rente toe vanaf de dag van de dagvaarding. LCR werd veroordeeld in de proceskosten van Venix, inclusief de kosten van het beslag. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting.