ECLI:NL:RBROT:2007:BA6205
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- M.J.A.M. Ahsmann
- M.C. van der Kolk
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek tot wraking van de rechter in civiele zaak
In deze wrakingszaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 29 mei 2007 een beslissing genomen op het verzoek tot wraking van de voorzieningenrechter in een civiele procedure. Het verzoeker had eerder op 10 mei 2007 een wrakingsverzoek ingediend, dat door de rechtbank was afgewezen. Op 20 mei 2007 diende verzoeker een tweede wrakingsverzoek in, dat ter griffie werd ontvangen. De wrakingskamer heeft het griffiedossier van het kort geding, waarin het eerste wrakingsverzoek was gedaan, bestudeerd. Tijdens de behandeling van het tweede verzoek tot wraking heeft verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die na het eerste verzoek aan hem bekend waren geworden. Hierdoor kon het tweede verzoek niet in behandeling worden genomen. De rechtbank verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn (tweede) verzoek tot wraking. De beslissing werd uitgesproken door de voorzitter in aanwezigheid van de griffier, en bij afwezigheid van de voorzitter en de oudste rechter werd de beslissing ondertekend door de jongste rechter en de griffier.