2.3 In dit rapport staat – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:
“(…)
Huidige situatie van de woning
(…)
Omdat rioolwater en grondwater via natuurlijk verval tot afstroming moet komen is voldoende drooglegging noodzakelijk (d.i. het hoogteverschil tussen straatpeil en singelpeil). Het is gebruikelijk een drooglegging van 1,00 m aan te houden en omdat het singelpeil 2,30 m-NAP bedraagt moeten de straten op een hoogte van minimaal 1,30 m-NAP liggen.
Ter plaatse van de woning ligt de straat langs de hoek van de Neushoornstraat en de Antilopestraat op een hoogte van ca. 1,90 m-NAP tot ca. 2,00 m-NAP. De aanwezige drooglegging bedraagt dan ca. 0,30 m tot ca. 0,40 m en is aanzienlijk lager dan 1,00 m. De woningen en de straten zijn vanaf de bouw in 1930 gezakt en zakken nog steeds (enkele mm per jaar). Hierdoor zal de drooglegging van de straat verder afnemen en zal het vloerpeil van de woning steeds lager komen liggen. Het gevolg hiervan is een geleidelijke toename van eventuele vochtoverlast en een geleidelijke toename van eventuele periodieke wateroverlast. Ophoging van het wegdek ter plaatse is niet mogelijk, omdat de vloerhoogte van de woning ter plaatse van de hoek zelfs lager ligt dan de straathoogte. De hoogte van het wegdek ter plaatse ligt het laagste ten opzichte van de straten in de nabije omgeving.
(…)
Beantwoording vragen van tussenvonnis
(…)
1.a. Bij hevige regenval kan regenwater van de straat en rioolwater uit de afvoerleiding onder de woning binnenstromen in de woning, doordat de woning verzakt is en het wegdek langs de woning zeer laag gelegen is ten opzichte van het wegdek in de nabije omgeving van de woning. Ter plaatse van de hoek van woning zal plasvorming kunnen ontstaan tijdens een intensieve regenbui met een neerslagintensiteit van ongeveer 10 mm/uur en meer, omdat de capaciteit van de rioolpomp 1,4 mm/uur bedraagt en de bergingscapaciteit van de riolering 8 mm bedraagt. Intensieve regenbuien zullen zich veelal voordoen tijdens de zomerperiode met een neerslag-intensiteit variërend van 10 tot 20 mm/uur tot soms extreme buien van ca. 50 tot 100 mm/uur.
1.b. Tijdens de inspectie van de woning op 7 april j.l. is geen muffe geur waargenomen in de keukenkastjes, maar er zijn wel duidelijke vochtplekken op twee plaatsen op de wanden in de garage waargenomen en lichte schimmelvorming in de woning ter plaatse van de hoek van de muur tussen woning en garage en in de garage op de muur langs het belendend perceel (…).
1.c. Of de voornoemde gebreken op 8 december 2000 aanwezig zijn geweest kan niet worden vastgesteld, omdat dit enerzijds afhankelijk is van de mate van vochtoverlast (en deze kan tijdelijk zijn) en anderzijds van de maatregelen tegen de gevolgen van de vochtoverlast of de wateroverlast (in de vorm van schoonmaakwerkzaamheden en/of schilderwerkzaamheden).
Over de aard, de ernst en de frequentie van de gebreken in afzienbare tijd na 8 december 2000 kan ten aanzien van de vochtoverlast worden gesteld dat in het eerste kwartaal van 2001 relatief hoge grondwaterstanden zich hebben voorgedaan, zoals blijkt uit metingen aan een nabij gelegen peilbuis voor grondwaterstanden. (…)
Ten aanzien van wateroverlast kan worden gesteld dat in de zomerperioden van 2001 en 2002 extreem veel neerslag zich heeft voorgedaan in de regio Rotterdam, maar de exacte intensiteit van de regenbuien op de betreffende locatie is echter niet bekend.
1.d. Op 8 december 2000 was waarschijnlijk sprake van een relatief hoge grondwaterstand ten opzichte van de hoogteligging van de woning, omdat uit metingen aan een peilbuis in het trottoir op de hoek van de Ottergracht en de Neushoornstraat nabij het open water is gebleken dat in december 2000 eenmalig een waterstand in de peilbuis is gemeten van 2,24 m-NAP (…). Het wegdek nabij de woning is het laagste gedeelte van de straten in de nabije omgeving en ligt ter plaatse van de hoek van de woning op een niveau van ca. 1,90 m-NAP tot ca. 2,0 m-NAP en het vloerpeil van de woning ligt zelfs plaatselijk lager dan het straatpeil (…).
Deze hoge grondwaterstand zal waarschijnlijk vochtoverlast in de woning tot gevolg gehad hebben, (…).
1.f. De verkopers zijn op 8 december 2000 zeer waarschijnlijk bekend geweest met de vochtoverlast als gevolg van de relatief hoge grondwaterstanden, omdat deze toestand zich bijna jaarlijks moet hebben voorgedaan zoals blijkt uit de metingen aan een nabij gelegen peilbuis voor grondwaterstanden. (…).
2.a. De geconstateerde gebreken aan de woning (in de vorm van periodieke vochtoverlast en incidentele wateroverlast) zijn het gevolg van de verzakking van de woning en de straten en de lage ligging van het wegdek ter plaatse van de hoek van de woning ten opzichte van de nabij gelegen straten in combinatie met relatief hoge grondwaterstanden. (…)
De principe-maatregelen om vochtoverlast en wateroverlast in de woning te voorkomen zijn:
- de afvoercapaciteit van de riolering vergroten èn intensieve drainages aanbrengen;
- of de gehele woning “omhoog brengen” naar een hoger niveau.
(…)
De enige optie voor het “omhoog brengen” van de woning naar een hoger niveau is het slopen van de bestaande woning en de bouw van een nieuwe woning met een fundering op palen.
(…)
3. (…) Vochtoverlast in de woning kan in het algemeen ontstaan door optrekkend vocht door de muren of door optrekkend waterdamp vanuit de kruipruimte door de vloer naar de woning. Deze situatie kan optreden indien het grondwater boven de onderkant van de muren stijgt of tot dicht onder of boven de bodem van de kruipruimte. De vochtoverlast komt tot uiting in schimmelvorming, vochtvlekken en stank (een karakteristieke muffe lucht). Vochtoverlast wordt onder andere beïnvloed door de temperatuur in de woning, de luchtvochtigheid en de mate van ventilatie. (…)
Bij wateroverlast moet onderscheid gemaakt worden tussen wateroverlast voorlangs de woning in de vorm van plasvorming en wateroverlast in de woning in de vorm van instromen van water in de woning (via de deur naar de garage of via de voordeur van de woning).
Wateroverlast voorlangs de woning kan zich voordoen doordat de neerslagintensiteit zodanig groot is dat de afvoercapaciteit van de riolering wordt overschreden. (…)
Tijdens een intensieve regenbui van ca. 10 mm/uur en meer kan uiteindelijk de plasvorming zo sterk toenemen dat het regenwater over de drempel van de voordeur en via de garagedeur in de woning zal stromen (…). Tijdens een zeer intensieve regenbui kan de stroming van het rioolwater zodanig sterk zijn dat niet alleen water uit de trottoirkolken stroomt ( en vervolgens via de garagedeur en de voordeur in de woning stroomt) maar dat het rioolwater ook via de afvoerput in de doucheruimte in de woning binnenstroomt, waarbij het afvalwater in de afvoerleiding onder de woning en onder de straat kan terugstromen in de woning.
(…)”.