ECLI:NL:RBROT:2007:BB7008
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.N. van Zelm van Eldik
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij brand op zeiljacht en schade aan andere jachten
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een brand die op 25 februari 2003 is uitgebroken op het zeiljacht Rasmus, dat eigendom was van [gedaagde sub 1] en gestald stond op het terrein van Muiderzand B.V. te Almere. Door de brand is schade ontstaan aan andere nabijgelegen zeilschepen, waaronder de Kanjer, de Heaven can wait en de X-Isle, die eigendom zijn van respectievelijk [eiser sub 1], [eiser sub 2] en [eiser sub 3]. De eisers hebben [gedaagde sub 1] en de verzekeraar DOV aangesproken voor schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oorzaak van de brand niet met zekerheid kon worden vastgesteld, maar dat er aanwijzingen waren voor een kortsluiting in de elektrische installatie aan boord van de Rasmus. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde sub 1] mogelijk aansprakelijk was voor de schade, omdat hij de accu's van het schip had aangesloten gelaten op de elektriciteitsvoorziening van de jachthaven, wat brandgevaar met zich meebracht. De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat DOV, als aansprakelijkheidsverzekeraar, niet aansprakelijk kon worden gehouden, omdat de oorzaak van de brand niet kon worden vastgesteld en er geen bewijs was dat de brand was veroorzaakt door een tekortkoming van de Rasmus of de eigenaar. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om getuigen te horen en verdere bewijsvoering te leveren. De zaak benadrukt de complexiteit van aansprakelijkheid bij brand en de rol van verzekeraars in dergelijke situaties.