ECLI:NL:RBROT:2007:BB9242

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
259149 / F1 RK 06-884
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. de Groot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor behandeling van minderjarige door alleen de moeder

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 14 november 2007, betreft het een geschil over het gezamenlijk gezag van ouders over hun minderjarige kind, geboren op [geboortedatum]. De moeder heeft de kinderrechter verzocht om toestemming te geven voor de voortzetting van de behandeling van hun kind door drs. M.J.M. Reusens, een kinder- en jeugdpsychiater werkzaam bij BAVO Europoort. De vader heeft verweer gevoerd, omdat hij en drs. Reusens beiden bij dezelfde psychiatrische inrichting werken, wat hij als een bezwaarlijke situatie beschouwt. Hij vreest dat zijn collega's toegang hebben tot het dossier van hun kind, dat onder behandeling is bij de BAVO.

Tijdens de zitting op 11 oktober 2007 heeft de kinderrechter drs. Reusens gehoord. De vader heeft aangegeven dat hij niet langer toestemming verleent voor de behandeling van hun kind door drs. Reusens, wat heeft geleid tot een stopzetting van de behandeling. Drs. Reusens heeft echter verklaard dat het noodzakelijk is dat de behandeling van het kind wordt voortgezet, gezien de vertrouwensrelatie die het kind met hem heeft opgebouwd.

De rechtbank heeft, na het horen van de partijen en drs. Reusens, geoordeeld dat de bezwaren van de vader niet opwegen tegen het belang van de voortzetting van de behandeling. De rechtbank heeft daarom bepaald dat de moeder alleen toestemming krijgt om de behandelend arts in te schakelen, in plaats van de gezamenlijke toestemming van beide ouders. Deze beschikking kan in hoger beroep worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Enkelvoudige kamer
Datum uitspraak: 14 november 2007
Zaak- / Rekestnummer: 259149 / F1 RK 06-884
Beschikking in de zaak van:
[vader], de vader,
wonende te [woonplaats],
procureur mr. J.M. Peet,
t e g e n
[moeder], de moeder,
wonende op een bij haar procureur bekend adres,
procureur voorheen mr. J.J.A. Bosch, thans mr. M.C. Houwing.
Het verloop van de procedure
De vrouw heeft ter zitting van 11 oktober 2007 aan de kinderrechter een geschil voorgelegd in de zin van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek.
De vaststaande feiten
Partijen zijn de ouders van de m[minderjarige]jarige:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [woonplaats].
Het ouderlijk gezag over de minderjarige wordt door de ouders gezamenlijk uitgeoefend.
De stellingen van partijen
De vrouw stelt dat de vader kortgeleden de behandelende kinder- en jeugdpsychiater van
[minderjarige], drs. M.J.M. Reusens, werkzaam bij de psychiatrische inrichting BAVO Europoort, niet langer met haar gezamenlijk toestemming verleent om [minderjarige] verder te behandelen. Zij verzoekt te bepalen, dat haar toestemming alleen toereikend is om de behandeling door drs. Reusens te laten voortzetten.
De vader heeft verweer gevoerd. Hij stelt dat drs. Reusens en hij beiden werkzaam zijn bij de psychiatrische inrichting BAVO Europoort, hetgeen hij bezwaarlijk vindt. Hij vindt het verder bezwaarlijk dat zijn collega’s van de BAVO het dossier van zijn zoon zouden kunnen inzien, nu [minderjarige] bij de BAVO onder behandeling is.
De kinderrechter heeft ter zitting telefonisch drs. Reusens gehoord.
Drs. Reusens heeft verklaard, dat hij een brief heeft ontvangen van de raadsman van de va-der waarin geëist werd dat hij stopte met de behandeling van [minderjarige]. Omdat de vader mede het ouderlijk gezag over [minderjarige] heeft, is hij wegens het ontbreken van de gezamenlijke toe-stemming thans inderdaad gestopt met de behandeling. Drs. Reusens verklaart, dat het nood-zakelijk is dat [minderjarige] verder wordt behandeld. Het is aangewezen, dat de behandeling door hem wordt voortgezet, nu [minderjarige] een vertrouwensrelatie met hem heeft opgebouwd en [minderjarige] een persoon is, die zeer moeilijk iemand leert vertrouwen.
De vader werkt binnen de BAVO op een andere locatie. Anders dan waarvan hij aanvanke-lijk uitging, is er aldus voldoende distantie en geen beletsel voor behandeling.
Drs. Reusens verklaart verder dat het niet op zijn weg als behandelaar ligt een standpunt in te nemen in de omgangskwestie. Hij merkt op, dat daarvoor de Raad voor de Kinderbe-scherming en de kinderrechter de aangewezen instanties zijn.
De beoordeling
De rechtbank is, naar aanleiding van het verhoor van partijen en van drs. Reusens, van oor-deel dat de bezwaren van de vader tegen voortzetting van de behandeling door drs. Reusens, gelet op het grote belang van voortzetting van de behandeling door drs. Reusens, niet voor honorering in aanmerking komen. De rechtbank zal derhalve bepalen dat met betrekking tot de behandeling van de minderjarige door drs. Reusens, in plaats van de gezamenlijke toe-stemming van de ouders, de toestemming van alleen de moeder volstaat.
De beslissing
Geeft -in de plaats van de gezamenlijke toestemming van partijen-, aan de moeder alleen toestemming om de behandelend arts voor behandeling van de minderjarige in te schakelen. Bepaalt, dat de behandelend arts met deze toestemming van de moeder alleen gerechtigd is de behandeling voort te zetten.
Compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. De Groot, rechter tevens kinderrechter, in bijzijn van mr. Brito, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld door indiening van een beroep-schrift door tussenkomst van een procureur ter griffie van het Gerechtshof te Den Haag.
Door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of ver-zonden moet het hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de be-schikking; door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.