ECLI:NL:RBROT:2007:BC0222
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestaan en aansprakelijkheid van buitenlandse vennootschap in civiele procedure
In deze civiele procedure, aangespannen door de maatschappen Ernst & Young Accountants en Ernst & Young Belastingadviseurs tegen de buitenlandse vennootschap Multidepot Limited en een bestuurder, staat de vraag centraal of Multidepot als buitenlandse vennootschap bestaat en of de bestuurder persoonlijk aansprakelijk is voor de vorderingen van Ernst & Young. De rechtbank heeft op 28 november 2007 vonnis gewezen in deze zaak, waarin de vordering van Ernst & Young is gebaseerd op een bedrag van € 14.723,42, vermeerderd met wettelijke rente en kosten, dat zij stelt te vorderen van Multidepot en de bestuurder. Multidepot is ingeschreven als een Private Limited Company in het Verenigd Koninkrijk, maar Ernst & Young betwist dat de vennootschap ten tijde van de opdracht bestond, omdat deze volgens hen niet ingeschreven was bij de Kamer van Koophandel in Engeland in de relevante periode. De rechtbank heeft Ernst & Young toegelaten tot bewijslevering om aan te tonen dat Multidepot in de periode van maart 2005 tot september 2006 niet als vennootschap bestond. Daarnaast is de vraag of de bestuurder persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor de vorderingen van Ernst & Young, afhankelijk van de uitkomst van het bewijs. De rechtbank heeft bepaald dat als Ernst & Young niet slaagt in het bewijs, de vordering tegen de bestuurder zal worden afgewezen. De zaak is complex door de internationale aspecten van de vennootschap en de juridische verantwoordelijkheden van bestuurders. De rechtbank heeft de procureurs van beide partijen opgedragen om binnen twee weken na het vonnis opgave te doen van getuigen en verhinderdata voor de verdere bewijslevering.