ECLI:NL:RBROT:2007:BC1154
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onttrekking van procureur en gevolgen voor de procedure
In deze zaak, uitgesproken op 5 december 2007 door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een geschil tussen de besloten vennootschappen HET GOUDEN PAND B.V. en THE GOLDEN STEP B.V. als eiseressen en een gedaagde partij die niet langer door een procureur werd vertegenwoordigd. De rechtbank behandelt de onttrekking van de procureur van de gedaagde partij en de gevolgen daarvan voor de procedure. Volgens artikel 8.1 van het Landelijk Rolreglement dient een procureur die zich aan een zaak wil onttrekken, dit tijdig aan de rechter te melden en de opdrachtgever te informeren over de gevolgen van deze onttrekking. In dit geval heeft de procureur van de gedaagde, mr. J.J. Bernard, niet aangegeven of hij de gedaagde heeft geïnformeerd over de consequenties van zijn onttrekking. Dit heeft geleid tot de mogelijkheid dat de rechtbank de vorderingen van de eiseressen zou toewijzen bij gebrek aan voldoende betwisting van de gedaagde.