ECLI:NL:RBROT:2007:BC1338
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.J. van Die
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis en bewijs van betekening
In deze zaak heeft de opposant verzet aangetekend tegen een verstekvonnis, omdat hij stelt dat het vonnis niet aan hem is betekend. De opposant heeft getuigen laten horen, waaronder zijn echtgenote en de deurwaarders P.W.J. Doeksen en C.W. Bakhuis-van Kesteren. Uit de getuigenverhoren bleek dat het vonnis en andere stukken niet aan de opposant, maar aan een andere woning zijn betekend. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis op 31 januari 2007 de opposant toegelaten tot het bewijs van de feiten en omstandigheden omtrent de betekening van het verstekvonnis van 6 juni 2005.
De opposant heeft aangetoond dat hij op de datum van betekening op vakantie was in Hongarije, waardoor hij het vonnis niet zelf heeft kunnen ontvangen. De deurwaarder Doeksen heeft verklaard dat hij de opposant niet eerder heeft ontmoet en dat hij niet op de hoogte was van een tweede woning van de opposant. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de deurwaarder de stukken niet correct heeft betekend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opposant tijdig in verzet is gekomen en dat er geen andere verweren zijn gevoerd.
De vorderingen van Klok Containers zijn afgewezen, omdat is komen vast te staan dat de opposant de voor hem bestemde stukken nooit heeft ontvangen. Klok Containers is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aangezien de deurwaarder zich niet heeft vergewist van de juiste betekening. De kantonrechter heeft het eerdere vonnis van 13 april 2005 vernietigd en opnieuw geoordeeld, waarbij de vorderingen zijn afgewezen en de kosten zijn toegewezen aan Klok Containers.