ECLI:NL:RBROT:2007:BC2810

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
789429
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.F. Lubberink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis huurachterstand en onderhoudsgebreken

In deze zaak komt een huurder in verzet tegen een eerder verstekvonnis waarin hij is veroordeeld tot betaling van een huurachterstand aan de verhuurster. De huurder stelt dat er geen sprake is van huurachterstand, maar dat hij de huur heeft opgeschort vanwege achterstallig onderhoud en onvoldoende schoonmaakwerkzaamheden door de verhuurster. De kantonrechter heeft een comparitie van partijen bepaald om de zaak verder te bespreken.

De opposant, de huurder, heeft in zijn verzetdagvaarding samengevat dat alle vorderingen van de verhuurster moeten worden afgewezen. Hij stelt dat de opgegeven huurachterstand onjuist is, aangezien hij de huurbetaling sinds juni 2006 heeft opgeschort vanwege de gebreken aan de woning. De verhuurster heeft bovendien een terugbetaling van servicekosten verrekend, wat volgens de huurder niet correct is. Hij betoogt dat er geen wanprestatie is en dat eerdere veroordelingen niet relevant zijn, omdat deze al zijn afbetaald.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is om de zaak met partijen te bespreken, zodat zij de benodigde informatie kunnen verstrekken en mogelijk tot een schikking kunnen komen. Partijen zijn verplicht om stukken die zij willen inbrengen uiterlijk een week voor de comparitie aan de kantonrechter en de wederpartij te zenden. Dit geldt ook voor de verhuurster, die een specificatie moet overleggen van de huurverplichtingen van de huurder, inclusief betalingen en verrekeningen.

De comparitie is gepland op 14 mei 2007, waarbij partijen in persoon of vertegenwoordigd moeten verschijnen. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter W.F. Lubberink tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton
VONNIS
in de zaak van
[opposant], wonende te [woonplaats],
opposant bij exploot van dagvaarding van 14 februari 2007,
gemachtigde: mr. E.H.P. Dingenouts te Rotterdam,
tegen
de stichting Stichting De Nieuwe Unie, gevestigd te Rotterdam,
geopposeerde,
gemachtigde: F.H.M. Bazuin te Rotterdam.
De voorlopige beoordeling
Opposant is op vordering van geopposeerde bij verstek bij vonnis van 30 november 2006 met zaaknummer 763929 \ CV EXPL 06-35296 veroordeeld tot betaling van € 999,86 aan huurachterstand tot en met de maand oktober 2006, aan rente en aan buitengerechtelijke kosten, met vertragingsrente en met zijn veroordeling in de proceskosten. Hem is een termijn van één maand toegestaan om al het verschuldigde te betalen, op straffe van ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Het betreft de woning aan de [locatie].
Opposant vordert in zijn verzetdagvaarding -samengevat- dat alle vorderingen van geopposeerde worden afgewezen en dat zij in de kosten van de procedure wordt veroordeeld, omdat opposant onterecht en op onjuiste gronden is gedagvaard.
Immers, de opgegeven huurachterstand is niet juist. Opposant had de huurbetaling van een maand opgeschort sinds juni 2006 in verband met achterstallig onderhoud en onvoldoende schoonmaakwerkzaamheden. Geopposeerde heeft (per datum dagvaarding) eigenmachtig een terugbetaling aan servicekosten ad € 341,09 verrekend.
Er is dus geen wanprestatie en ook geen herhaalde wanprestatie: de eerdere veroordelingen liggen te ver in het verleden en daarvan is onvoorwaardelijk afgezien nadat het verschuldigde was afbetaald. Inmiddels is er zelfs een forse voorstand in huurbetaling.
Buitengerechtelijke kosten is opposant niet verschuldigd. Geopposeerde heeft nooit zelf een aanmaning verstuurd of geprobeerd de zaak in der minne op te lossen. Door de gemachtigde zijn geen buitengerechtelijke werkzaamheden verricht die afzonderlijk voor vergoeding in aanmerking komen.
Voor geopposeerde heeft zich een gemachtigde gesteld, die op de eerstdienende dag uitstel heeft gevraagd.
In beginsel geldt de verzetdagvaarding als het antwoord op de oorspronkelijk ingestelde eis. Aldus beschouwd is dit het moment voor de in het wettelijk systeem voorziene comparitie.
De kantonrechter acht het ook aangewezen de zaak met partijen te bespreken. Daarbij kunnen partijen de nodige informatie verstrekken en kan ook worden geprobeerd een schikking te bereiken.
Partijen dienen stukken waarop zij ter comparitie een beroep willen doen, uiterlijk een week tevoren toe te zenden aan de kantonrechter en de wederpartij.
Dat geldt zeker in het geval geopposeerde nog schriftelijk wil reageren op de inhoud van de verzetdagvaarding. Van haar wordt in ieder geval verwacht dat zij een specificatie overlegt, die zodanig is opgesteld dat daaruit op elk moment de stand van de verplichting van opposant blijkt, dus na elke vervaldatum van een huurtermijn en na elke ontvangen betaling, c.q. gepleegde verrekening.
De beslissing
De kantonrechter:
alvorens verder te beslissen:
bepaalt dat partijen (in persoon of behoorlijk vertegenwoordigd en desgewenst met haar gemachtigde) op maandag 14 mei 2007 om 14.00 uur moeten verschijnen in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100 (het hoge, rode gebouw, op de eerste verdieping), en bepaalt verder dat partijen alle stukken waarop zij ter comparitie een beroep willen doen, uiterlijk een week tevoren dienen toe te zenden aan de kantonrechter en de wederpartij.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.F. Lubberink en uitgesproken ter openbare terechtzitting.