ECLI:NL:RBROT:2007:BC4056

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
211886 / HA ZA 04-635
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.A.M. Ahsmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om tussentijds hoger beroep na verstrijken beroepstermijn

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 19 december 2007 een vonnis gewezen in de procedure tussen Diepstraten Tuinbouw B.V. en Lehmann & Troost B.V. Het betreft een verzoek van Lehmann om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen een eerder vonnis van 13 september 2006, nadat de beroepstermijn was verstreken. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het verzoek van Lehmann te laat is ingediend. De rechtbank verwijst naar de jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat verzoeken tot hoger beroep binnen de gestelde termijn moeten worden ingediend. De rechtbank wijst het verzoek van Lehmann af en verwijst de zaak naar de parkeerrol in afwachting van de uitspraak in het door Lehmann ingestelde hoger beroep. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en onderstreept het belang van het naleven van beroepstermijnen in civiele procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 211886 / HA ZA 04-635
Uitspraak: 19 december 2007 (bij vervroeging)
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIEPSTRATEN TUINBOUW B.V.,
gevestigd te Etten-Leur,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
procureur: mr. O.E. Meijer,
advocaat: mr. E.C. Schets (Tilburg),
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEHMANN & TROOST B.V.,
gevestigd te Waddinxveen,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
procureur: mr. P.H.C.M. van Swaaij,
advocaat: mr. J.M. Wolfs (Maastricht).
Partijen worden hierna aangeduid als "Diepstraten" respectievelijk "Lehmann".
1. Het verdere verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 13 september 2006 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- brief van 16 november 2007 van mr. J.M. Wolfs houdende verzoek tussentijds beroep;
- brief van 21 november 2007 van mr. E.C. Schets met bijlage.
2. De verdere beoordeling
2.1
Bij voornoemd vonnis heeft de rechtbank de zaak naar de rol verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van Diepstraten.
2.2
Lehman is bij exploit van 7 november 2006 van voornoemd vonnis in hoger beroep gekomen.
2.2
Lehman heeft bij brief van 16 november 2007 verzocht haar alsnog toestemming te verlenen appel in te stellen tegen het vonnis van 13 september 2006. Lehmann verwijst daartoe in haar brief naar HR 23 januari 2004, RvdW 2004, 20.
2.3
Diepstraten heeft bij brief van 21 november 2007 verzocht het verzoek van Lehman om alsnog te bepalen dat hoger beroep kan worden ingesteld van uw tussenvonnis d.d. 13 september 2006, af te wijzen omdat het verzoek niet binnen de beroepstermijn is gedaan.
2.4
De rechtbank wijst het verzoek van Lehman af, omdat het te laat is gedaan. Anders dan Lehman stelt heeft de Hoge Raad zich in genoemd arrest expliciet op het standpunt gesteld dat een dergelijk verzoek binnen de beroepstermijn gedaan dient te worden en dat aan beroepstermijnen strikt de hand dient te worden gehouden. Dat de zaak inmiddels in de hogere instantie aanhangig is gemaakt kan hier niet aan afdoen.
2. De beslissing
wijst af het verzoek van Lehman om alsnog te bepalen dat van het vonnis van 13 september 2006 hoger beroep kan worden ingesteld en dat daartoe het eindvonnis niet behoeft te worden afgewacht;
verwijst de zaak in afwachting van de uitspraak in het door Lehman ingestelde hoger beroep naar de parkeerrol van woensdag 2 april 2008.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.M. Ahsmann.
Uitgesproken in het openbaar.
1747/429