ECLI:NL:RBROT:2007:BC4059
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Zelm van Eldik
- R. Rijperman
- H. Heevel
- Rechtspraak.nl
Verrekening door pandhouder van verkoopoverschot met vorderingen uit achtergestelde leningen
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, stond de vraag centraal of de leningen verstrekt door [X] Beheer aan @IT achtergesteld waren en of de pandhouder, [X] Beheer, het verkoopoverschot van de verpande goederen mocht verrekenen met haar vorderingen. De rechtbank oordeelde dat de leningen I en IV als achtergesteld moesten worden beschouwd, wat betekende dat deze leningen niet konden worden verrekend met het verkoopoverschot. De rechtbank stelde vast dat [X] Beheer op of omstreeks 15 mei 2002 haar pandrecht had uitgeoefend en de aan haar verpande intellectuele vermogensrechten had verkocht voor € 595.000,-. De opbrengst van deze verkoop werd vervolgens verrekend met de vorderingen van [X] Beheer op @IT. De rechtbank concludeerde dat [X] Beheer wel gerechtigd was om lening II met verschuldigde rente te verhalen op de opbrengst van de pandverkoop, maar dat het overschot daarvan niet mocht worden verrekend met lening I en lening IV. De rechtbank oordeelde dat [X] Beheer het overschot van de verkoop diende af te dragen aan Dynamic, die een beter recht had op dat overschot. De rechtbank veroordeelde [X] Beheer tot betaling van € 259.794,81 aan Dynamic, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 16 december 2002 tot de dag der voldoening. Dit vonnis werd uitgesproken in het openbaar op 19 december 2007.