ECLI:NL:RBROT:2008:3418

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 juli 2008
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
871688 CV EXPL 08-8476
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.C. Nouwt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens huurachterstand en wanprestatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 juli 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde over een huurachterstand. Eiser, vertegenwoordigd door gerechtsdeurwaarders, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte te Rotterdam. Gedaagde, die de huur niet tijdig had betaald, betwistte de huurachterstand en voerde aan dat hij door de weigering van eiser om de huurovereenkomst op zijn naam te stellen, in financiële problemen was gekomen. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde in verzuim was met de huurbetalingen en dat hij niet voldoende bewijs had geleverd om zijn verweer te onderbouwen. De rechter oordeelde dat de huurachterstand van € 29.700,00 over de periode van april 2007 tot en met februari 2008 terecht was vastgesteld. Eiser had recht op betaling van de huurachterstand, inclusief incassokosten en wettelijke rente. De rechter ontbond de huurovereenkomst op grond van wanprestatie en veroordeelde gedaagde om het gehuurde ontruimen en de kosten van de procedure te vergoeden. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

3 1 JULI 2008

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector kanton Locatie Rotterdam
zaaknummer: 871688 CV EXPL 08-8476
uitspraak: 31 juli 2008

vonnis

in de zaak van

[naam eiser] ,

wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser bij exploot van dagvaarding van 22 februari 2008,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarders [naam persoon 1] , [naam persoon 2] en [naam persoon 3] , tegen
[naam gedaagde] ,zaakdoende onder de naam [naam bedrijf] , wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.J.M. Vélu.

Het verloop van de procedure

Eiseres heeft onder overlegging van stukken -zakelijk weergegeven- gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
te ontbinden op grond van wanprestatie, de huurovereenkomst ten aanzien van de bedrijfsruimte van het perceel, staande en gelegen te Rotterdam ( [postcode] ) aan het adres [adres] ;
gedaagde te veroordelen voormeld gehuurde vrij van personen en goederen, voorzover deze laatsten het eigendom van eiser niet zijn, te verlaten en te ontruimen en met overgave van de sleutels en al hetgeen tot het gehuurde behoort ter vrije en algehele beschikking van eiser te stellen, met machtiging op laatstgenoemde om, voor het geval gedaagde met deze bevolen ontruiming in gebreke mocht blijven, deze zelf te bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm;
gedaagde te veroordelen om aan eiser tegen behoorlijke kwijting te betalen het bedrag
van € 35.001,45 waarin zijn begrepen de incassokosten, te vermeerderen met de
wettelijke rente over het bedrag van € 29.700,00 vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening, alsmede een bedrag van € 2.700,00 voor iedere maand of een gedeelte daarvan gedurende welke gedaagde na 29 februari 2008 in het genot blijft van het gehuurde;
4. gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen een bedrag van het salaris van eiser gemachtigde.
Gedaagde heeft van antwoord geconcludeerd. Eiser heeft van repliek geconcludeerd.
Gedaagde heeft van dupliek geconcludeerd.
De uitspraak van het vonnis is door de kantonrechter bepaald op heden.

De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties staat tussen partijen -zakelijk weergegeven en voorzover thans van belang- het volgende vast:
Gedaagde huurt van eiser de bedrijfsruimte aan de [adres] te Rotterdam.
De huurprijs bedroeg laatstelijk € 2.700,00 per maand.

De stellingen van partijen

Aan de eis is naast de hiervoor vermelde vaststaande feiten -zakelijk weergegeven- het volgende ten grondslag gelegd.
Gedaagde is, ondanks schriftelijke aanmaning daartoe, in verzuim gebleven met tijdige betalingen van de overeengekomen huurpenningen. Hierdoor is een huurachterstand ontstaan ad € 29.700,00 berekend over de periode april 2007 tot en met februari 2008. Daarnaast maakt eiser aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van € 5.301,45.
Het is aan gedaagde zelf te wijten dat het huurcontract niet volledig ondertekend en ontvangen is. Eiser heeft namelijk wel degelijk het huurcontract ondertekend. Gedaagde wilde het huurcontract niet ondertekenen omdat hij eiste dat eiser voor aanvang van het huurcontract eerst een elektrische roldeur, plavuizen en systeemplafond aanbracht alvorens gedaagde het huurcontract zou ondertekenen.
In de huurperiode 2006 tot en met 2008 is er een achterstand in de huurpenningen ontstaan van meer dan € 35.000.00. Dientengevolge dient gedaagde niet ontvankelijk te worden verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding als gevolg van het mogelijk mislopen van subsidies en kredieten. Gedaagde betwist de huurachterstand, maar heeft geen bewijsstukken van het tegendeel overgelegd. Gedaagde voldoet derhalve niet aan zijn stelplicht ex artikel 150 Rechtsvordering.
Gedaagde heeft tegen de eis -zakelijk weergegeven en voorzover thans van belang- het volgende aangevoerd.
Gedaagde heeft de onderneming van [naam persoon 4] overgenomen per 1 januari 2006. Dit is gebeurd in overleg met eiser. Eiser weigerde echter. ondanks diverse verzoeken daartoe. om de huurovereenkomst op naam van gedaagde te stellen. Omdat gedaagde geen huurovereenkomst kon tonen. kon hij geen krediet aanvragen en kwam hij niet in aanmerking voor subsidie. Daardoor ontstond huurachterstand en gedaagde houdt eiser aansprakelijk voor alle schade die hij heeft geleden en nog zal lijden doordat eiser zonder reden naliet de huurovereenkomst op zijn naam te zetten.
Gedaagde betwist de hoogte en de gepretendeerde huurachterstand. Gedaagde heeft een groot aantal betalingen gedaan waarmee door eiser geen rekening is gehouden. Gedaagde
betwist de verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten. Eiser heeft slechts één standaardsommatiebrief verstuurd.
Gedaagde heeft zijn onderneming uiteindelijk moeten sluiten omdat eiser weigerde de riolering te repareren hoewel de stankproblemen aan eiser bekend waren. Door de stankproblemen kon de winkel niet langer voor het publiek openblijven. Gedaagde houdt eiser aansprakelijk voor alle schade die hij daardoor lijdt en nog zal lijden.

De beoordeling van het geschil

Eiser stelt dat gedaagde de huur over de periode april 2007 t/m februari 2008 niet heeft betaald. Er is aan de dagvaarding gehecht een brief d.d. 5 februari 2008 met de specificatie huurachterstand. Gedaagde stelt zich weliswaar op het standpunt dat de vordering onvoldoende is gespecificeerd, maar de mededeling van eiseres dat het 11 maanden huurachterstand betreft is voldoende. Het is de plicht van gedaagde om aan te tonen dat de gevorderde huurtermijnen wel zijn betaald. Dat doet hij niet. Hij stelt een groot aantal betalingen te hebben gedaan, waarmee geen rekening is gehouden, maar geeft niet aan welke betalingen, noch legt hij betalingsbewijzen over. Zijn verweer is niet anders dan een blote ontkenning.
In zijn mondelinge antwoord op de zitting van 4 maart 2008 (eerstdienende dag) erkent gedaagde bovendien met zoveel woorden zelf vanaf april 2007 niet meer te hebben betaald. Gedaagde stelt in de financiële problemen te zijn gekomen omdat eiser weigerde hem een huurovereenkomst op zijn naam ter beschikking te stellen. Gedaagde heeft echter niet betwist, althans niet gemotiveerd, dat hem wel een huurovereenkomst is aangeboden.
Evenmin is hij ingegaan op de stellingen van eiser dat hij aan het tekenen allerlei voorwaarden verbond. Gedaagde heeft aan zijn standpunt dat eiser de schuld is van het niet kunnen betalen geen verrekening van schade, noch een reconventionele vordering verbonden.
Tenslotte heeft de gemachtigde van gedaagde aangevoerd dat gedaagde met de onderneming is gestopt. De vordering zal dan ook worden toegewezen met veroordeling van eiseres als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure.

De beslissing

De kantonrechter,
ontbindt op grond van wanprestatie, de huurovereenkomst ten aanzien van de bedrijfsruimte van het perceel, staande en gelegen te Rotterdam ( [postcode] ) aan het adres [adres] ;
veroordeelt gedaagde voormeld gehuurde vrij van personen en goederen, voorzover deze laatsten het eigendom van eiser niet zijn, te verlaten en te ontruimen en met overgave van de sleutels en al hetgeen tot het gehuurde behoort ter vrije en algehele beschikking van eiser te stellen, met machtiging op laatstgenoemde om. voor het geval gedaagde met deze bevolen ontruiming in gebreke mocht blijven. deze zelf te bewerkstelligen. desnoods met behulp van de sterke arm;
veroordeelt gedaagde om aan eiser tegen behoorlijke kwijting te betalen het bedrag van € 35.001.45 waarin zijn begrepen de incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 29.700.00 vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening. alsmede een bedrag van € 2.700,00 voor iedere maand of een gedeelte daarvan gedurende welke gedaagde na 29 februari 2008 in het genot blijft van het gehuurde;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiseres vastgesteld op € 290,94 aan verschotten en € 800.00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Nouwt en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
499
,.
/