ECLI:NL:RBROT:2008:BC5365
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fraude met gasverbruik door Eneco; aansprakelijkheid van gedaagde voor ontvreemd gasverbruik
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft Eneco Energie Retail B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens fraude met gasverbruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst tot levering van gas bestond tussen Eneco en [gedaagde], die sinds 29 juni 1999 van kracht was. Op 16 februari 2006 werd in de woning van [gedaagde] een hennepkwekerij aangetroffen, waarbij illegaal elektriciteit werd onttrokken en de verzegeling van de gasmeetinrichting was verbroken. Eneco stelde dat [gedaagde] aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit deze fraude, en vorderde een bedrag van € 11.236,81, inclusief wettelijke rente, als schadevergoeding voor het ontvreemde gasverbruik.
De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] niet had betwist dat hij gas had ontvangen, en dat de gasmeterstand tussen 2003 en 2006 was opgelopen. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat er gas aan [gedaagde] was geleverd. Bovendien werd vastgesteld dat de verzegeling van de gasmeetinrichting op 16 februari 2006 was verbroken, wat duidde op fraude. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] als contractuele wederpartij van Eneco verantwoordelijk was voor de bescherming van de meetinrichting en dat hij had nagelaten deze zorgplicht na te komen.
Uiteindelijk werd de vordering van Eneco grotendeels toegewezen. De rechtbank veroordeelde [gedaagde] om € 11.236,81 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 9 maart 2006, en veroordeelde hem in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van consumenten in het kader van energiecontracten en de gevolgen van fraude met energieverbruik.