ECLI:NL:RBROT:2008:BD2797

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
888164
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.F. Lubberink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens 65-jarige leeftijd en nieuwe arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 april 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen HG International B.V. en haar werknemer, die op dat moment 65 jaar oud was. De werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de werknemer en het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen geen prijs stelden op een mondelinge behandeling en dat er geen opzegverbod van toepassing was. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding toegewezen, met ingang van 1 mei 2008, en bepaald dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Er werd geen vergoeding aan de werknemer toegekend, omdat de kantonrechter geen termen aanwezig achtte om de proceskosten te vergoeden. De beslissing is genomen op basis van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om een arbeidsovereenkomst te ontbinden bij gewichtige redenen. De kantonrechter heeft de feiten en stellingen van beide partijen in overweging genomen, waaronder het feit dat de werknemer sinds 1 november 1985 in dienst was en een bruto maandsalaris van € 5.308,25 ontving. De uitspraak benadrukt de juridische mogelijkheden voor werkgevers om arbeidsovereenkomsten te ontbinden bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van werknemers, mits er geen opzegverbod van toepassing is.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton
Locatie: Rotterdam
beschikking ex artikel 7:685 burgerlijk wetboek
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HG International B.V.,
gevestigd te Almere,
verzoekster,
gemachtigde: mr. C. Nekeman te Amsterdam,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerder,
gemachtigde: mr. A. Öntas te Amsterdam.
De processtukken en de loop van het geding
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
?- verzoekschrift;
- verweerschrift.
Partijen hebben te kennen gegeven geen prijs te stellen op een mondelinge behandeling.
Het verzoek en de beoordeling daarvan
Het verzoek strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen.
Aan de genoemde stukken kan wat de feiten betreft het volgende worden ontleend:
?- Verweerder, geboren op [geboortedatum], is sinds 1 november 1985 bij verzoekster in dienst. Zijn functie is Export Manager.
?- Het loon van verweerder bedraagt thans € 5.308,25 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag.
Uit de stellingen van partijen blijkt dat zij het er in wezen over eens zijn dat er gronden bestaan om:
?- de tussen hen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 mei 2008 te doen ontbinden, wegens -kort gezegd- het bereiken van de 65-jarige leeftijd van verweerder en het aangaan per 2 mei 2008 van een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd;
?- geen vergoeding als bedoeld in artikel 7:685 lid 8 BW toe te kennen.
De kantonrechter heeft geen reden om daarover anders te oordelen.
Partijen hebben verder verklaard dat het onderhavige verzoek geen verband houdt met het bestaan van enig opzegverbod. De kantonrechter gaat ervan uit dat die mededeling juist is.
Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt derhalve toegewezen, zonder toekenning aan verweerder van een vergoeding.
Gelet op de aard van het geschil worden geen termen aanwezig geacht om de ene partij de proceskosten van de andere partij te laten vergoeden.
De beslissing
De kantonrechter,
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 mei 2008;
bepaalt dat elk der partijen de eigen kosten van deze procedure draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.F. Lubberink en uitgesproken ter openbare terechtzitting.