ECLI:NL:RBROT:2008:BD4073
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot aanpassing tussenvonnis en tussentijds hoger beroep in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 april 2008 uitspraak gedaan in de zaak tussen Dojo International Beheer B.V. en Postbank N.V. Het betreft een verzoek van Postbank om het tussenvonnis van 27 februari 2008 aan te passen. Postbank stelt dat de rechtbank een kennelijke fout heeft gemaakt door haar te veroordelen in de proceskosten en de uitvoerbaarheid bij voorraad van het tussenvonnis te verklaren, terwijl dit niet was gevorderd. Dojo, de eiseres, betwist deze stelling en stelt dat zij niet de gelegenheid heeft gekregen om een antwoordconclusie in het incident te nemen, waardoor zij niet kon vorderen dat de rechtbank de vordering in het incident zou afwijzen.
De rechtbank heeft de verzoeken van Postbank beoordeeld en geconcludeerd dat artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) niet van toepassing is, omdat er geen sprake is van een kennelijke fout. De rechtbank wijst het verzoek van Postbank af en stelt echter wel tussentijds hoger beroep open, gezien de procedurele gang van zaken. Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en is openbaar uitgesproken.
De uitspraak benadrukt het belang van correcte procedurele stappen in civiele procedures en de mogelijkheden voor partijen om in hoger beroep te gaan wanneer er procedurele tekortkomingen zijn. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan.