ECLI:NL:RBROT:2008:BD4077

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
289999 / HA ZA 07-2040
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en bewijsopdracht in civiele procedure tussen eiseres en D’Oro

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident tussen eiseres en de besloten vennootschap JUWELIER D’ORO NIEUWESTAD B.V. De eiseres, gevestigd te ‘s-Gravenhage, heeft de rechtbank verzocht zich bevoegd te verklaren om kennis te nemen van de vordering, terwijl D’Oro heeft gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de procedure naar de rechtbank Leeuwarden verwijst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechtbank Leeuwarden op basis van de gewone bevoegdheidsregels bevoegd is, maar dat de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden ter discussie staat.

De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat de toepasselijkheid van algemene voorwaarden een aanbod en aanvaarding vereist. D’Oro heeft in het incident een beroep gedaan op de vernietiging van het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden, omdat de eiseres deze voorwaarden niet tijdig ter hand heeft gesteld. De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van haar stelling dat zij de algemene voorwaarden aan D’Oro ter hand heeft gesteld voor of bij het sluiten van de overeenkomst. Dit bewijs kan onder andere worden geleverd door het horen van getuigen.

De rechtbank heeft in haar beslissing bepaald dat de procureur van eiseres binnen vier weken na vonnisdatum opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen. De procureur van D’Oro moet binnen dezelfde termijn opgave doen van de verhinderdata van zijn zijde. De rechtbank heeft verder bepaald dat de verhoren zullen plaatsvinden in het gebouw van de rechtbank en dat het vastgestelde tijdstip niet zal worden gewijzigd, behoudens dringende redenen. In de hoofdzaak is iedere verdere beslissing aangehouden.

Uitspraak

Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 289999 / HA ZA 07-2040
Uitspraak: 7 mei 2008
Vonnis van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
[eiseres],
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. J.W. Bitter,
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid JUWELIER D’ORO NIEUWESTAD B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur en advocaat mr. A.P.M. Henket.
Partijen worden hierna aangeduid als “[eiseres]” respectievelijk “D’Oro”.
1 Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
dagvaarding d.d. 3 augustus 2007;
incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid;
conclusie van antwoord in het incident.
2 Het geschil in het incident en de beoordeling daarvan
2.1 D’Oro heeft in het incident gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart van de vordering van [eiseres] kennis te nemen en dat de procedure naar de rechtbank Leeuwarden wordt verwezen. [eiseres] heeft de incidentele vordering gemotiveerd betwist.
2.2 Niet in geschil is dat naar de gewone bevoegdheidsregels van het Rv de rechtbank Leeuwarden bevoegd is kennis te nemen van de vordering in de hoofdzaak.
2.3 [eiseres] heeft in de hoofdzaak de bevoegdheid van deze rechtbank gebaseerd op het in artikel 12 van de algemene voorwaarden Blockpolis 05 opgenomen forumkeuzebeding.
2.4 D’Oro heeft niet betwist dat het forumkeuzebeding leidt tot bevoegdheid van deze rechtbank. D’Oro heeft evenwel de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden betwist door aan te voeren dat deze haar voor of bij het aangaan van de overeenkomst niet ter hand zijn gesteld door [eiseres].
2.5 De rechtbank stelt voorop dat toepasselijkheid van algemene voorwaarden kan worden overeengekomen en dat daartoe een aanbod en aanvaarding daarvan zijn vereist. Voorts kan de wederpartij onder omstandigheden op grond van artikel 6:233 sub b jo. 6:234 BW (een beding in) de algemene voorwaarden vernietigen.
2.6 De rechtbank begrijpt de incidentele vordering van D’Oro als een beroep op vernietiging van het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden.
2.7 Dat [eiseres] op de polis heeft verwezen naar de algemene voorwaarden en dat deze voorwaarden aan de originele polis zijn gehecht bij toezending daarvan aan D’Oro kan [eiseres] niet baten nu D’Oro onweersproken heeft gesteld dat de polis eerst nadat partijen de overeenkomst hadden gesloten aan haar is toegezonden.
2.8 [eiseres] heeft daarnaast gesteld dat de overeenkomst geen standaardverzekering betreft en dat daarom tussen partijen diverse gesprekken hebben plaatsgevonden om ondermeer de polisvoorwaarden door te nemen. Tijdens deze gesprekken heeft [eiseres], zo stelt zij, de algemene voorwaarden aan D’Oro overhandigd.
2.9 De rechtbank zal in het bevoegdheidsincident [eiseres] in de gelegenheid stellen om bewijs te leveren van haar in 2.8 weergegeven stellingen die er toe strekken dat zij, door de algemene voorwaarden aan D’Oro ter hand te stellen voor of bij het sluiten van de overeenkomst (artikel 6:234 lid 1 onder a BW), de wederpartij een redelijke mogelijkheid heeft geboden om daarvan kennis te nemen zodat bedingen in die algemene voorwaarden niet op die grond (artikel 6:233 aanhef en onder b BW) vernietigbaar zijn.
3 De beslissing
De rechtbank,
in het incident
draagt [eiseres] op het bewijs van haar stelling dat zij de algemene voorwaarden aan D’Oro ter hand heeft gesteld voor of bij het sluiten van de overeenkomst;
bepaalt dat indien [eiseres] dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, deze zullen worden gehoord in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr. C. Bouwman;
bepaalt dat de procureur van [eiseres] binnen vier weken na vonnisdatum opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in de maanden juni, juli, augustus en september 2008 en dat de procureur van D’Oro binnen dezelfde termijn opgave moet doen van de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in dezelfde periode, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald;
bepaalt dat het aan de hand van de opgaven vastgestelde tijdstip, behoudens dringende redenen, niet zal worden gewijzigd;
in de hoofdzaak
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman.
Uitgesproken in het openbaar.
625/1729