ECLI:NL:RBROT:2008:BD4102
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.N. van Zelm van Eldik
- Rechtspraak.nl
Internationaal bevoegdheidsincident inzake schadevergoeding bij zeevervoer van chemicaliën
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een internationaal bevoegdheidsincident, hebben belanghebbenden bij een lading chemicaliën, vervoerd onder een cognossement van New Orleans naar Rotterdam, een schadevergoeding geëist van de zeevervoerder uit Hong Kong en twee Belgische bedrijven. De rechtbank Rotterdam heeft op 14 mei 2008 uitspraak gedaan in deze kwestie, waarbij de rechtbank zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van de vordering tegen een van de Belgische gedaagden, PSA. De rechtbank oordeelde dat de eiseressen niet voldaan hadden aan hun stelplicht met betrekking tot het bestaan van een wegvervoerovereenkomst, zoals vereist onder artikel 1 van de CMR. Hierdoor kon de bevoegdheidsregeling van artikel 31 CMR niet worden ingeroepen. Ook de artikelen 5, lid 1 en 5, lid 3 van de EEX-Vo boden geen basis voor bevoegdheid. De rechtbank concludeerde dat de Belgische rechter bevoegd was, aangezien de schadeveroorzakende gebeurtenis zich in België had voorgedaan. UOP en Honeywell, de eiseressen, werden veroordeeld in de proceskosten van PSA, die op € 4.735,-- aan verschotten en € 2.000,-- aan salaris voor de procureur werden vastgesteld. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord van OOCL.