ECLI:NL:RBROT:2008:BD5535
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Zelm van Eldik
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van gecombineerd vervoerder na diefstal van containers tijdens opslag
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, stond de aansprakelijkheid van B.G. Freight en Seaport centraal na de diefstal van twee containers met whisky. De eiseressen, Grant c.s., vorderden schadevergoeding van B.G. Freight en Seaport, nadat de containers, die waren aangekomen in Antwerpen, door onbevoegden waren afgegeven en vervolgens waren gestolen. De rechtbank oordeelde dat B.G. Freight als vervoerder aansprakelijk was voor de schade die door de diefstal was ontstaan, omdat zij onvoldoende zorg had gedragen voor de afgifte van de containers. De rechtbank stelde vast dat B.G. Freight een cognossement had afgegeven en dat de aansprakelijkheid op basis van de cognossementsvoorwaarden beperkt was tot SDR 99.074. De rechtbank oordeelde dat B.G. Freight zich niet kon beroepen op de vrijstelling van aansprakelijkheid, omdat zij niet had aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de diefstal te voorkomen.
Seaport, als hulppersoon van B.G. Freight, werd niet aansprakelijk gesteld, omdat er geen contractuele relatie bestond tussen Seaport en Grant c.s. De rechtbank oordeelde dat de vordering tegen Seaport was gebaseerd op onrechtmatige daad, maar dat deze niet kon slagen onder Belgisch recht. De rechtbank wees de vordering tegen Seaport af en compenseerde de proceskosten, aangezien beide partijen op belangrijke punten in het ongelijk werden gesteld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van vervoerders en hulppersonen in het geval van gecombineerd vervoer en de noodzaak om zorgvuldigheid in acht te nemen bij de afgifte van goederen.