ECLI:NL:RBROT:2008:BD6979
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid Eurogoud voor schade door explosie in juwelierszaak
In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Rotterdam, is Eurogoud aangeklaagd door meerdere eisers, waaronder Jagoba Nederland B.V. en de erfgenamen van [eiser1], naar aanleiding van een explosie die op 28 juni 2003 plaatsvond in de kelder van het pand waar Eurogoud een juwelierszaak exploiteerde. De eisers vorderen schadevergoeding voor de gevolgen van deze explosie, die aanzienlijke schade heeft veroorzaakt aan zowel hun woon- als bedrijfsruimten. De rechtbank heeft vastgesteld dat Eurogoud mogelijk aansprakelijk is voor de schade, omdat de explosie waarschijnlijk is veroorzaakt door propaangas dat uit een gasfles is ontsnapt. De rechtbank heeft een bewijsopdracht gegeven aan Eurogoud om tegenbewijs te leveren dat de explosie niet te wijten is aan haar handelen of nalaten.
De rechtbank heeft in haar vonnis op 12 maart 2008 de procedure besproken en de betrokken partijen geïnformeerd over de te nemen stappen. De eisers hebben hun vordering onderbouwd met bewijsstukken en de rechtbank heeft de noodzaak van getuigenverhoren vastgesteld. De rechtbank heeft ook de data voor deze verhoren gepland, waarbij de getuigen in het gebouw van de rechtbank zullen worden gehoord. Eurogoud heeft verweer gevoerd en betwist aansprakelijk te zijn, onder andere door te stellen dat er sprake was van overmacht en dat de oorzaak van de explosie niet vaststaat.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat Eurogoud in beginsel aansprakelijk kan worden gehouden op basis van risico-aansprakelijkheid, en dat het aan Eurogoud is om tegenbewijs te leveren. De zaak is complex en er zijn verschillende juridische aspecten aan de orde, waaronder de vraag of Eurogoud onzorgvuldig heeft gehandeld. De rechtbank heeft de partijen aangespoord om in overleg te treden over de schade en heeft aangegeven dat de procedure in een later stadium zal worden voortgezet, afhankelijk van de uitkomsten van de getuigenverhoren en het tegenbewijs.