ECLI:NL:RBROT:2008:BD6979

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
273561/ HA ZA 06-3290
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid Eurogoud voor schade door explosie in juwelierszaak

In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Rotterdam, is Eurogoud aangeklaagd door meerdere eisers, waaronder Jagoba Nederland B.V. en de erfgenamen van [eiser1], naar aanleiding van een explosie die op 28 juni 2003 plaatsvond in de kelder van het pand waar Eurogoud een juwelierszaak exploiteerde. De eisers vorderen schadevergoeding voor de gevolgen van deze explosie, die aanzienlijke schade heeft veroorzaakt aan zowel hun woon- als bedrijfsruimten. De rechtbank heeft vastgesteld dat Eurogoud mogelijk aansprakelijk is voor de schade, omdat de explosie waarschijnlijk is veroorzaakt door propaangas dat uit een gasfles is ontsnapt. De rechtbank heeft een bewijsopdracht gegeven aan Eurogoud om tegenbewijs te leveren dat de explosie niet te wijten is aan haar handelen of nalaten.

De rechtbank heeft in haar vonnis op 12 maart 2008 de procedure besproken en de betrokken partijen geïnformeerd over de te nemen stappen. De eisers hebben hun vordering onderbouwd met bewijsstukken en de rechtbank heeft de noodzaak van getuigenverhoren vastgesteld. De rechtbank heeft ook de data voor deze verhoren gepland, waarbij de getuigen in het gebouw van de rechtbank zullen worden gehoord. Eurogoud heeft verweer gevoerd en betwist aansprakelijk te zijn, onder andere door te stellen dat er sprake was van overmacht en dat de oorzaak van de explosie niet vaststaat.

De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat Eurogoud in beginsel aansprakelijk kan worden gehouden op basis van risico-aansprakelijkheid, en dat het aan Eurogoud is om tegenbewijs te leveren. De zaak is complex en er zijn verschillende juridische aspecten aan de orde, waaronder de vraag of Eurogoud onzorgvuldig heeft gehandeld. De rechtbank heeft de partijen aangespoord om in overleg te treden over de schade en heeft aangegeven dat de procedure in een later stadium zal worden voortgezet, afhankelijk van de uitkomsten van de getuigenverhoren en het tegenbewijs.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 273561/ HA ZA 06-3290
Uitspraak: 12 maart 2008
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
1. [eiser1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser2],
wonende te [woonplaats],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid JAGOBA NEDERLAND B.V,
gevestigd te [woonplaats],
4. [eiser4],
wonende te [woonplaats],
5.[eiser5],
wonende te [woonplaats],
eisers,
procureur mr. J.Wildeboer,
advocaat mr. Sarfaty te Amsterdam
- tegen -
[gedaagde], voorheen handelende onder de naam EURO-GOUD,
wonende te [woonplaats2],
gedaagde,
procureur en advocaat mr. J.C.Brökling,
Partijen worden hierna aangeduid als “[eisers]” (eisers gezamenlijk) dan wel, eisers elk voor zich als, “[eiser1]”, “[eiser2]”, “Jagoba BV”, “[eiser4]” en “[eiser5]” respectievelijk “Eurogoud”.
1 Het verloop van het geding
1.1
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 3 oktober 2006 en de door [eisers] overgelegde producties;
- conclusie van antwoord zijdens Eurogoud, met producties;
- het vonnis d.d. 21 november 2007 waarin een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen d.d. 30 januari 2008.
- de akte wijziging van eis, tevens overlegging producties.
1.2
Bij gelegenheid van laatstgenoemde comparitie, die werd gehouden in alle zaken die betrekking hebben op hetzelfde feitencomplex als in deze zaak aan de orde is, is afgesproken dat in deze zaak thans, zonder verdere stukkenwisseling, vonnis gewezen zou worden.
1.3
[eiser1] is op 8 september 2007 overleden. Zijn erven hebben door middel van de akte wijziging van eis blijk gegeven van het overnemen en voortzetten van de procedure, naar de rechtbank begrijpt, op naam van [eiser1]. Eurogoud heeft te kennen gegeven in te stemmen met deze wijze van hervatten van de procedure.
2 De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast:
2.1
Het gebouw aan de [adres] te [woonplaats] is en was ook in 2003 gesplitst in 5 appartementsrechten. Vier van die appartementsrechten zien op woonruimte.
[eiser1] was in 2003 rechthebbende op [nummer] (kadastrale aanduiding [kadastraal bekend]); thans zijn zijn erfgenamen rechthebbende.
[eiser2] is rechthebbende op [nummer] (kadastrale aanduiding [kadastraal bekend]).
Jagoba Nederland BV is rechthebbende op [nummer] (kadastrale aanduiding [kadastraal bekend])
[persoon] (geen partij in deze procedure) is samen met Eurogoud rechthebbende op [nummer].
Het vijfde appartementsrecht, [adres], ziet op de bedrijfsruimte op de begane grond met kelder en achtertuin. Dit is gesplitst in 4 onder-onderappartementsrechten. [eiser4] en [eiser5] zijn gezamenlijk rechthebbende op [nummer] links (kadastrale aanduiding [kadastraal bekend]). [eiser5] is rechthebbende op [nummer] midden (kadastrale aanduiding [kadastraal bekend]).
2.2
Op 28 juni 2003 heeft zich in de kelderruimte van het pand aan de [nummer] midden een explosie voorgedaan (hierna: de explosie). Ten gevolge hiervan zijn diverse mensen gewond geraakt en is het gehele pand, inclusief de onder 2.1 genoemde appartementen die zich daarin bevonden, alsmede een aantal belendende percelen beschadigd geraakt.
2.3
Eurogoud exploiteerde ten tijde van de explosie in het onder 2.2 genoemde gedeelte van het pand een juwelierszaak.
Ten tijde van de explosie was in de kelder aanwezig [persoon2], die door Eurogoud werd ingezet voor werkzaamheden ten behoeve van haar onderneming.
Voorts was in die kelder tenminste een gasfles aanwezig.
3 De vordering
De vordering luidt - verkort weergegeven en na wijziging van eis- om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Eurogoud te veroordelen tot betaling:
-Aan (de erfgenamen van) [eiser1] € 60.256,=;
-Aan [eiser2] € 52.494,=;
-Aan [eiser4] en [eiser5] tezamen € 93.344,=;
-Aan [eiser5] € 118.311,=;
-Aan [eiser4] € 5.976,=;
-Aan Jagoba BV € 98.288,=;
steeds te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 april 2004,
tot betaling van een bedrag van €. 904,= aan buitengerechtelijke incassokosten aan [eisers],
en tot betaling van een bedrag van € 2.077,12 aan [eiser1], [eiser2] en Jagoba BV wegens beslagkosten,
met veroordeling van Eurogoud in de proceskosten.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten hebben [eisers] aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
3.1
De onder 2.1 bedoelde woon- en bedrijfsruimten, waarop [eisers] rechthebbenden zijn, zijn beschadigd geraakt bij de explosie; de gemeente heeft de onmiddellijke ontruiming gelast van de diverse woon- en bedrijfsruimten. [eisers] hebben daardoor elk schade geleden, onder meer bestaande uit immateriële schade, schade aan de opstal zelf (thans -na besteding van verzekeringsgelden en een gemeentesubsidie- met name afbouwkosten na de casco oplevering), inboedel-, verhuis- en herinrichtingskosten en extra woonlasten.
3.2
Eurogoud is jegens [eisers] aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad omdat de explosie is ontstaan doordat Eurogoud geschreven en ongeschreven veiligheidsnormen heeft overtreden en onzorgvuldig heeft gehandeld bij de uitoefening van haar onderneming.
De kelder was ingericht als werkplaats voor het smeden van goud en daarbij werd gebruik gemaakt van propaangasapparatuur. Vlak voor de explosie werd goud gesmolten met een brander die was aangesloten op een met propaangas gevulde gasfles. De explosie heeft zeer waarschijnlijk plaatsgevonden nadat propaangas was gestroomd uit de gasfles. Dat gas is uitgestroomd omdat de afsluitring beschadigd was, dan wel de hendel van de brander langdurig ingedrukt is geweest, dan wel de afsluitkraan geruime tijd open is blijven staan.
3.3
De omvang van de schade beloopt voor de afzonderlijke eigenaren de gevorderde bedragen.
a. Voor wat betreft [eiser1] is het schadebedrag als volgt opgebouwd:
-Kosten vervangende woonruimte ad € 19.900,=;
-Verhuiskosten € 500,=;
-Kosten afbouw, na aftrek nieuw voor oud, € 17.550,=;
-Traplift € 6.126,12;
-Schade wegens het total loss raken van de auto van [eiser1] door de explosie en rondslingerend materiaal € 7.980,25;
-Immateriele schade € 5.000,=;
-Buitengerechtelijke (advocaat) kosten € 3.200,=.
b.Voor wat betreft [eiser2] is het schadebedrag als volgt opgebouwd:
-Kosten vervangende woonruimte ad € 4.300,= voor [eiser2] en zijn echtgenote en
€ 1.873,= voor de destijds inwonende zoon;
-Verhuiskosten € 1.500,=;
-Kosten afbouw, na aftrek nieuw voor oud, € 24.362,=;
-Overbruggingskrediet € 12.259,= (rente);
-Immateriele schade € 5000,=;
-Buitengerechtelijke (advocaat) kosten € 3.200,=.
c.Voor wat betreft Jagoba BV is het schadebedrag als volgt opgebouwd:
-Huurderving € 54.000,=;
-Kosten afbouw, na aftrek nieuw voor oud, € 31.088,=;
-Expertisekosten € 5.000,=;
-Immateriele schade van de bestuurders van de BV € 5.000,=;
-Buitengerechtelijke (advocaat) kosten € 3.200,=.
d.Voor wat betreft [eiser4] en [eiser5] gezamenlijk, met betrekking tot de verhuurde bedrijfsruimte op nr. 250a is het schadebedrag als volgt opgebouwd:
-Huurderving € 55.710,=;
-Erfpachtscanon € 1.489,60;
-Verhuiskosten € 1.500,=;
-Kosten afbouw, na aftrek nieuw voor oud, € 22.574,=;
-Boete vervroegde aflossing hypotheek € 3.109,34;
-Immateriele schade € 10.000,=;
-Buitengerechtelijke (advocaat) kosten € 552,50.
e.Voor wat betreft [eiser5], met betrekking tot de verhuurde bedrijfsruimte op nr. 250b is het schadebedrag als volgt opgebouwd:
-Huurderving € 108.000,=;
-Erfpachtcanon € 927,99;
-Kosten afbouw, na aftrek nieuw voor oud, € 9.383,=.
f. Voor wat betreft [eiser4], die sedert mei 2007 ook eigenaresse is van het onder-onderappartementsrecht met betrekking tot de bedrijfsruimte op nr. 250c rechts, is het schadebedrag als volgt opgebouwd:
-kosten afbouw, na aftrek nieuw voor oud € 5.976,=.
4 Het verweer
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van [eisers] in de kosten van het geding.
Eurogoud heeft daartoe het volgende aangevoerd:
4.1
Eurogoud is niet aansprakelijk voor de schade als gevolg van de explosie. Ook haar verzekeraar is die mening toegedaan. Er is sprake van overmacht. In elk geval staat de oorzaak van de explosie niet vast, mogelijk is de explosie veroorzaakt door een aardgaslek.
4.2
Als de explosie is veroorzaakt door een gasfles in de kelder dan gaat het om campinggas in een klein, afgesloten flesje. Dit is een stof die in veel huishoudens aanwezig is. Eurogoud had dit gas niet onder zich in de uitoefening van haar bedrijf; er was geen sprake van grootschalig goud smelten. De gevaarlijke aard van het gas in de aanwezige fles was Eurogoud niet bekend.
Eurogoud betwist dat zij of haar personeel handelingen hebben verricht die tot de explosie hebben geleid. Haar onderneming voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Bijzondere vergunningen waren niet vereist.
4.3
De gestelde schade wordt betwist. Eurogoud is bovendien zelf niet in staat tot vergoeding van de schade, haar eigen schade is onvergoed gebleven en haar onderneming heeft zij moeten beëindigen. Een schadevergoeding zou van de verzekeraar moeten komen.
5 De beoordeling
5.1
Dat zich in de kelder van het bedrijfspand van Eurogoud gas in een of meer gasflessen bevond staat vast.
De wettelijke regeling van art. 6:175 BW brengt mee, dat zodra komt vast te staan dat de explosie is veroorzaakt door het gas in de gasflessen in de kelder van Eurogoud daarmee haar aansprakelijkheid voor de schade als gevolg van die explosie in beginsel gegeven is.
Als uitgangspunt moet immers dienen dat propaangas een stof is die door haar eigenschappen gevaar oplevert voor mensen, waaronder ontbrandings- en ontploffingsgevaar. Of dat gas in een afgesloten fles wordt bewaard of niet doet daarbij voor de gevaarlijke aard van de stof niet ter zake; het ontploffingsgevaar wordt, doordat de fles onder druk staat, juist groter. Voor de goede toestand van de fles is Eurogoud evenzeer verantwoordelijk.
Het betreft hier een risico-aansprakelijkheid, het is niet nodig -en dus ook niet van belang- of Eurogoud van de gevaarlijke aard van de stof op de hoogte was of dat haar ter zake een verwijt gemaakt kan worden.
Mutatis mutandis geldt deze zelfde redenering in beginsel evenzeer voor campinggas.
5.2
[eisers] stellen dat bij werkzaamheden door (personeelsleden van) Eurogoud, in het bijzonder het smelten van goud met behulp van een gasbrander, niet de zorgvuldigheid in acht is genomen die redelijkerwijs bij dit soort werkzaamheden had mogen verwacht. Uit art. 6:170-171 BW vloeit voort, dat als de explosie is veroorzaakt door het onzorgvuldig handelen of nalaten van personeelsleden of hulppersonen van Eurogoud, Eurogoud uit dien hoofde aansprakelijk is. Ook hier is verwijtbaarheid van Eurogoud zelf niet vereist. Als Eurogoud zelf onzorgvuldig is geweest, bijvoorbeeld omdat de gasfles door haar niet goed is afgesloten of weggelegd, en dat onzorgvuldig handelen de explosie (mede) heeft veroorzaakt is zij uit dien hoofde aansprakelijk.
Gesteld noch gebleken is, dat anderen dan Eurogoud of het door haar ingeschakelde personeel in de relevante periode toegang tot de kelder had.
5.3
Het komt dus aan op de vraag wat de oorzaak is geweest van de explosie.
Gegeven het thans beschikbare bewijsmateriaal omtrent de feitelijke situatie (de explosie vond haar oorsprong in de kelder van het bedrijfspand van Eurogoud, alwaar een of meer gasflessen met gas aanwezig was en tenminste een werknemer of hulppersoon van Eurogoud doende was, terwijl voor oorzaken van buiten af concrete aanwijzingen ontbreken) acht de rechtbank voorshands bewezen dat de explosie is veroorzaakt door een of meer feiten of omstandigheden waarvoor Eurogoud (risico-)aansprakelijkheid draagt, te weten ontsnapt gas en/of een gebrek in de gasfles en/of een of meer onzorgvuldige handelingen of nalatigheden van de betreffende werknemer/hulppersoon, een andere werknemer/hulppersoon dan wel Eurogoud zelf..
Dat Eurogoud inmiddels van het haar in dit verband relevante ten laste gelegde strafbare feit is vrijgesproken doet aan het vorenstaande niet af; de eisen die in een strafzaak aan het bewijs worden gesteld in combinatie met de omstandigheid dat het Openbaar Ministerie altijd de bewijslast draagt van de door haarzelf nauwkeurig omschreven verwijten verschillen daarvoor teveel van de thans aan te leggen maatstaf in de context van deze civiele procedure.
Eurogoud zal echter in de gelegenheid worden gesteld tegenbewijs te leveren. De mogelijkheid van een aardgaslekkage zal in voormelde bewijslevering aan de orde komen.
Ter comparitie is reeds aan de orde gekomen dat zij dat bewijs -mede- door middel van getuigen zou willen leveren.
Bij conclusie na enquete kunnen partijen vervolgens ingaan op alle aspecten van het dan beschikbare bewijsmateriaal, waaronder de vraag of het gelasten van een deskundigenbericht aanbeveling verdient, en daarin ook meerbedoeld strafvonnis betrekken.
5.4
Ter comparitie is met partijen afgesproken dat alle beschikbare stukken, waaronder het strafdossier, zullen worden overgelegd voordat de getuigen worden gehoord, zodat de getuigen daarmee, zo nodig, kunnen worden geconfronteerd. Inmiddels is een verzoek tot in het geding brengen ex art. 42 Rv aan de Officier van Justitie gedaan. Te zijner tijd zullen deze stukken worden betrokken bij de bewijswaardering.
De procedure tussen Eurogoud en haar verzekeraars is niet rechtstreeks van belang voor deze procedure, doch het is de rechtbank ambtshalve bekend dat ook in die procedure (en in een parallelle procedure) een bewijsopdracht is verstrekt. De rechtbank gaat er, gelet op de afspraken ter comparitie, vanuit, dat de getuigen die door verzekeraars in de procedure met rolnr. 06-72 zijn genoemd voor zover nodig ook hier zullen worden voorgebracht. Voor de verhoren zijn voorlopig de data 18 april en 21 mei 2008 gereserveerd, ervan uitgaande dat het strafdossier tijdig beschikbaar komt. Indien dat niet geschiedt zullen andere data worden bepaald.
5.5
Als Eurogoud slaagt in het onder 5.3 bedoelde tegenbewijs zal de vordering in beginsel worden afgewezen.
Als Eurogoud niet slaagt in dat tegenbewijs is zij in beginsel aansprakelijk voor de schade van [eisers] Voor zover Eurogoud zich heeft beroepen op overmacht is dat beroep onvoldoende gemotiveerd.
5.6
Op hetgeen [eisers] tot dusverre hebben gesteld omtrent de schade is door Eurogoud in de procedure nog niet voldoende gereageerd kunnen worden.
Partijen zullen, conform de afspraken ter comparitie, op dit punt buiten deze procedure in overleg treden en daarop in deze procedure in een later stadium zo nodig terugkomen.
Ook op de overige geschilpunten zal zo nodig later worden teruggekomen
6 De beslissing
De rechtbank,
alvorens verder te beslissen,
draagt Eurogoud op het (tegen)bewijs van feiten en/of omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat de explosie niet is te wijten aan het propaangas in de kelder van haar bedrijfspand en/of een lek of gebrek aan een gasfles en/of onzorgvuldig handelen of nalaten van een werknemer of hulppersoon van haar;
bepaalt dat de getuigen zullen worden gehoord in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter-commissaris mr. Hofmeijer-Rutten op 18 april 2008 en op 21 mei 2008, telkens van 9.30 u tot 17.30u;
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten.
Uitgesproken in het openbaar.
106