ECLI:NL:RBROT:2008:BD7446
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E. Mentink
- Rechtspraak.nl
Tussentijds hoger beroep in civiele procedure met betrekking tot valsheid in geschrifte en werkgeversverklaring
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 25 juni 2008 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen eiseres en gedaagde. Gedaagde had verzocht om tussentijds hoger beroep in te stellen tegen een eerder vonnis van 30 januari 2008, waarbij de rechtbank had geoordeeld over de nakoming van een overeenkomst van opdracht. Gedaagde stelde dat het onjuist was om de uitkomst van een strafzaak, die op 5 oktober 2007 was aangehouden, te betrekken bij de civiele procedure. Hij betwistte de bevindingen van de rechtbank in het eerdere vonnis en vroeg om een uitzondering op de hoofdregel dat hoger beroep van tussenvonnissen alleen tegelijk met het eindvonnis kan worden ingesteld.
De rechtbank wees het verzoek van gedaagde af, onder verwijzing naar artikel 337 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat hoger beroep van tussenvonnissen slechts is toegestaan onder bijzondere omstandigheden. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die een uitzondering op deze regel rechtvaardigden. Bovendien zou toewijzing van het verzoek van gedaagde de procedure vertragen, wat in strijd zou zijn met de bedoeling van de wetgever.
De rechtbank droeg beide partijen op bewijs te leveren van hun stellingen met betrekking tot de valsheid in geschrifte en de werkgeversverklaring. De rechtbank hield verdere beslissingen aan in afwachting van de bewijslevering. Het vonnis werd uitgesproken door mr. E. Mentink, en de partijen werden vertegenwoordigd door hun respectieve procureurs en advocaten. Eiseres is woonachtig in Rotterdam, terwijl gedaagde, h.o.d.n. TR-CONSULTANCY, woonachtig is in Capelle aan den IJssel.