2.8
Op 17 december 2004 heeft Eneco aan Agpo een brief gezonden, die voor zover thans van belang als volgt luidt:
“(…) Naar aanleiding van klachten van consumenten en metingen door N.V. Eneco is geconstateerd dat geleverde afleversets niet aan de door u gegarandeerde specificaties voldoen.
Vastzittende en/of openstaande regelklepjes, elektronica falen (resetten) en hoog percentage warmtewisselaars zijn de geconstateerde gebreken (…)”.
2.9
Eneco heeft in de periode tussen het in gebruik nemen daarvan en februari 2005 de betreffende leidingnetten doorgespoeld.
2.1
Agpo heeft Eneco bij brief van 1 maart 2005 voorstellen gedaan om 1500 warmtewisselaars afkomstig van haar leverancier SWEP preventief te vervangen door platenwisselaars van een ander type, de DHB-functionaliteit te verwijderen en te werken aan regelkleppen, die vrijwel ongevoelig zijn voor vervuiling en die vanaf juli 2005 ingezet kunnen worden.
Op 23 maart 2005 heeft Eneco aan Agpo in reactie op diens brief van 21 maart 2005 een brief gezonden, die voor zover thans van belang vermeldt:
“(…) Daarmee de facto door U geen onmiddellijke medewerking zal worden verleend aan een oplossing van de problematiek anders dan door het vervangen van identieke onderdelen, waarvan nu juist de kwaliteit door ons ernstig in twijfel wordt getrokken.(…)”
2.11
Een rapport van Kiwa, gedateerd 13 april 2005, opgesteld op verzoek van Eneco zonder dat Agpo daarbij betrokken is geweest, vermeldt onder meer het volgende:
“(...) Naar aanleiding van uw verzoek tot onderzoek van het binnenwerk van een vijftal regelventielen van de URS warmte Unit Agpo sturen wij u hierbij onze bevindingen. (…)
Resultaten onderzoek
Alle regelventielen vertonen een gelijk beeld. Het inwendige deel van de ventielen is egaal bedekt met een zwarte afzetting. (…) Ook op het oppervlak tussen de twee cilinders is de zwarte afzetting aanwezig.
(…)
Op basis van het visuele onderzoek is de volgende hypothese opgesteld:
De ventielen komen vast te zitten door het aangroeien van een zwarte afzetting uit het stadsverwarmingswater. (…)
Conclusie
Op grond van het uitgevoerde onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
. De zwarte afzetting bestaat voornamelijk uit ijzerverbindingen, hoogstwaarschijnlijk hematiet en magnetiet. Deze verbindingen zijn ontstaan door corrosie van de stalen stadsverwarmingsleidingen.
. Het falen van de ventielen wordt veroorzaakt door de aangetroffen afzetting tussen de cilinders van het ventiel. Door de aanwezigheid van de afzetting neemt de wrijving tussen de twee cilinders toe waardoor de veer niet genoeg kracht geeft om het ventiel te doen sluiten.
. De gekozen constructie van het regelventiel is zeer gevoelig voor vervuiling. Hierdoor functioneert het regelventiel niet meer.
(…)”
2.12
Op 18 mei 2005 heeft Eneco aan Agpo een brief gezonden waarin zij verwijst naar de onderzoeksresultaten van Kiwa, aankondigt zelf 400 URS in Zoetermeer te zullen vervangen en Agpo in de gelegenheid stelt de overige gebreken te herstellen; daarbij wordt Agpo een termijn van 10 dagen gegund om schriftelijk te bevestigen dat Agpo ervoor instaat dat
“(…)
-in uw opdracht de gemodificeerde afleversets, voorzien van een nieuwe CV- en warmwaterklep en warmtewisselaar, op 1 juli 2005 is getest door TNO(…) en door TNO (…) is goedgekeurd(…)
-Agpo vanaf 1 juli 2005 voor haar rekening bij de resterende circa 2800 afleversets de CV- en warmwaterregelklep en warmtewisselaar zal vervangen en de DHB zal verwijderen, dan wel de afleversets vervangt door de gemodificeerde afleversets;
-de werkzaamheden aan circa 1500 afleversets in de wijk Zoetermeer Oosterheem uiterlijk 15 november 2005 zullen zijn uitgevoerd (…)
Voor het geval wij de schriftelijke bevestiging zoals hiervoor verzocht niet hebben ontvangen binnen de daarvoor gestelde termijn(…) stellen wij reeds nu vast dat Agpo niet, niet tijdig of niet naar behoren voor vervanging kan of zal zorgdragen… Wij zullen dan voor rekening van Agpo alle resterende te vervangen afleversets .. vervangen door afleversets van een ander fabrikaat.
(…)”
2.13
De KEMA-richtlijnen voor stadsverwarmingswater d.d. 10 oktober 1995 houden onder meer in:
“(...)
3 CORROSIE EN AFZETTINGEN
3.1 Algemeen
Stadsverwarmingswater moet geconditioneerd worden, aangezien het in onbehandelde toestand corrosie aan het systeem kan veroorzaken.
(…)
IJzeroxiden
Als gevolg van corrosie worden ijzeroxiden gevormd. Meestal bestaan deze uit het slecht oplosbare magnetiet (Fe3O4). Bij overmatige ijzeroxide-vorming kan dit met het water mee worden gevoerd en zich afzetten op plaatsen waar de stroomsnelheid laag is. Dit kan onder andere problemen opleveren met de warmtemeters.
Om overmatige magnetietvorming in het systeem te voorkomen is het wenselijk het suppletiewater te ontgassen, zodat de zuurstof hieruit wordt verwijderd.
(…)
6 WATERKWALITEITEN
6.1
Suppletiewater
Stadsverwarmingsystemen moeten worden gesuppleerd met gedemineraliseerd, ontgast en gealkaliseerd water.
(..)
pH25 ( vlg. voetnoot: pH bij 25 graden Celsius) 9,5-10,0
(…)
Stadsverwarmingswater
De kwaliteit van het stadsverwarmingwater moet om problemen van corrosie en afzettingen te voorkomen aan de volgende richtlijnen voldoen:
pH25 9,5-10,0
Chloride + overige anionen < 10 mg/l
Zuurstof < 0.005 mg/l
(…)
7 Chemische controle en correctieve maatregelen
(…)
Analyses en frequentie in primaire en secundaire systemen:
(…)
pHwaarde maandelijks
(…)
zuurstof maandelijks
(..)
Koper en ijzer maandelijks
(…)”
2.14
Eneco heeft alle 3281 door Agpo aan Eneco geleverde URS in de periode vanaf 17 februari 2004 tot heden vervangen door afleversets van een andere leverancier.