ECLI:NL:RBROT:2008:BG3800
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Zelm van Eldik
- A. Heevel
- C. van Schouwenburg-Laan
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsgeschil over vordering tot rembours van bank die documentaire kredieten heeft geconfirmeerd
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een bevoegdheidsgeschil tussen de naamloze vennootschap Hollandsche Bank-Unie N.V. (HBU) en verschillende banken, waaronder State Bank of Bikaner and Jaipur en Punjab National Bank. HBU heeft een vordering ingesteld tot rembours op basis van documentaire kredieten die door deze banken zijn geconfirmeerd. De rechtbank heeft op 5 november 2008 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij zij zich onbevoegd heeft verklaard om van de vordering tegen State Bank en Punjab Bank kennis te nemen. De rechtbank oordeelde dat de rechtsmacht van de Nederlandse rechter ten aanzien van deze vordering moet worden beoordeeld naar het Nederlands bevoegdheidsrecht, waarbij HBU zich beroept op artikel 6 en 7 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank concludeerde dat de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt niet in Nederland is of moet worden uitgevoerd, en dat de vordering jegens State Bank en Punjab Bank niet kan worden behandeld door de Nederlandse rechter. HBU werd veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van State Bank en Punjab Bank zijn begroot op € 4.735,- aan vast recht en € 6.422,- aan salaris van de advocaat. De zaak tegen Metalman en Amulya werd verwezen naar de rol van 17 december 2008.