ECLI:NL:RBROT:2008:BG5397
Rechtbank Rotterdam
- Raadkamer
- mr. Asscheman-Versluis
- mrs. Trotman
- mrs. Van den Enden
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging in verband met behandelvoorzieningniveau
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 23 oktober 2008 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van een veroordeelde. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk ingegaan op 17 oktober 2006. De officier van justitie had verzocht om een verlenging van twee jaar, maar de rechtbank oordeelde dat de behandelvoorziening op de locatie Maastricht van de psychiatrische instelling De Rooyse Wissel nog niet op orde was. Tijdens de zitting werd de getuige-deskundige A.G. Miedema gehoord, die bevestigde dat de veroordeelde momenteel niet de behandeling kreeg die hem was toegezegd. De rechtbank besloot daarom om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met slechts één jaar te verlengen, zodat er over een jaar opnieuw kan worden getoetst of de veroordeelde de benodigde behandeling heeft ontvangen.
De rechtbank overwoog dat de veroordeelde, geboren in 1961, lijdt aan een pervasieve ontwikkelingsstoornis en zwakbegaafdheid, wat zijn ziekte-inzicht beïnvloedt. Er was een grote kans op herhaling van delictgedrag als de terbeschikkingstelling zou worden beëindigd. De rechtbank benadrukte het belang van een goede behandeling en het ontwikkelen van copingstrategieën voor de veroordeelde. De beslissing om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, werd genomen in het belang van de veiligheid van anderen en om de voortgang van de behandeling te waarborgen. De rechtbank gaf aan dat de situatie van de behandelvoorzieningen zorgwekkend was en dat er meer tijd nodig was om de effectiviteit van de behandeling te evalueren.