ECLI:NL:RBROT:2008:BG8339
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake India International Marketing Centre B.V. tegen [gedaagde] met betrekking tot getuigenverhoor en comparitie
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam diende, is India International Marketing Centre B.V. (hierna: IIMC) eiseres in conventie en [gedaagde] gedaagde. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij de rechtbank op 15 september 2003 de zaak naar de continuatierol verwees voor conclusie na enquête aan de zijde van [gedaagde]. IIMC heeft echter binnen de gestelde termijn geen getuigen en verhinderdata opgegeven, wat leidde tot vertraging in de procedure. De zaak is op enig moment doorgehaald en later weer op de rol gebracht door [gedaagde].
Op 6 februari 2008 heeft IIMC een akte genomen, waarin zij aanvoert dat de zaak niet voor vonnis staat en dat er een datum voor het horen van getuigen moet worden vastgesteld. [gedaagde] heeft in zijn akte aangegeven dat de gelegenheid voor contra-enquête door IIMC niet is benut en heeft voorgesteld om een comparitie van partijen te bevelen om te bezien of de zaak kan worden geschikt.
De rechtbank heeft, gezien de omstandigheden, besloten om een comparitie van partijen te bevelen. Tijdens deze comparitie zal worden bekeken hoe de procedure verder moet worden voortgezet, rekening houdend met het tijdsverloop en de gewijzigde omstandigheden. De rechtbank heeft partijen ook in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de reeds afgelegde getuigenverklaringen. De rechtbank heeft verder bepaald dat [gedaagde] stukken uit een andere procedure moet overleggen en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. De comparitie is gepland op 11 november 2008, waarbij partijen in persoon moeten verschijnen, vergezeld door hun raadslieden.