ECLI:NL:RBROT:2008:BO6120

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
796090
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • K.L. van Zetten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar de handtekening van een werknemer in een arbeidsgeschil

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een arbeidsgeschil tussen een taxichauffeur (eiser) en zijn werkgever (gedaagde). De werknemer heeft tijdens werktijd een auto-ongeluk gehad, wat leidde tot een ziekenhuisopname. De werkgever stelt dat de werknemer ontslag heeft genomen, terwijl de werknemer vordert dat de arbeidsovereenkomst voortduurt en dat achterstallig loon wordt betaald. Daarnaast vordert de werkgever schadevergoeding van de werknemer wegens roekeloos rijgedrag. De kantonrechter heeft een deskundigenonderzoek gelast om te bepalen of de handtekening van de werknemer op een verklaring van ontslagneming eerder is gezet dan de datum van de verklaring zelf. De werknemer beweert dat zijn handtekening op een blanco A4-papier is gezet, waarna de werkgever daar zelf een verklaring boven heeft geschreven. Tijdens de procedure zijn getuigenverhoren gehouden en is er bewijs geleverd. De kantonrechter heeft besloten dat de handtekening van de werknemer op de verklaring van 8 augustus 2006 door hem is gezet, en dat de bewijslevering verder moet worden beoordeeld na het deskundigenonderzoek. De deskundige, de heer J. Maat, is benoemd om het onderzoek uit te voeren en moet onder andere vaststellen of er verschil in ouderdom is tussen de inkt van de handtekening en de inkt van de verklaring. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 13.000,00, en de werknemer hoeft geen voorschot te betalen omdat hij procedeert op basis van een toevoeging. De verdere beslissing is aangehouden tot na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton
Locatie Rotterdam
vonnis
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie bij exploot van dagvaarding van 23 maart 2007,
verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. E.H.P. Dingenouts, advocaat te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
h.o.d.n. (eenmanszaak) [Taxibedrijf],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
gemachtigde mr. L.J. van Rooijen, advocaat te Rotterdam.
Partijen blijven hierna aangeduid als “[eiser]” respectievelijk “[gedaagde]”.
1. Het verdere verloop van de procedure
Het verdere verloop van de procedure in conventie blijkt uit de processtukken waarvan de kantonrechter heeft kennisgenomen:
- het tussenvonnis van 27 maart 2008 en de daaraan ten grondslag liggende
processtukken;
- akte uitlaten bewijslevering aan de zijde van [eiser];
- de processen-verbaal van getuigenverhoren gehouden op 24 juni 2008 en 28 augustus
2008.
De uitspraak van het vonnis is door de kantonrechter bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling in conventie
2.1 In voormeld tussenvonnis is [eiser] toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen het voorshands geleverde bewijs dat de handtekening op de verklaring van 8 augustus 2006 van [eiser] afkomstig is.
2.2 [eiser] heeft van het leveren van dit tegenbewijs afgezien en niet langer bestreden dat de handtekening van hem afkomstig is, zodat thans vast staat dat de handtekening op de verklaring van 8 augustus 2006 door hem gezet is. De getuigenverhoren hebben vervolgens direct plaatsgevonden in het kader van het subsidiaire verweer dat [gedaagde] gebruikgemaakt heeft van een anderhalf à twee maanden eerder door [eiser] op een blanco A4-vel gezette handtekening, dat wil zeggen in het kader van de bewijslast van [eiser] dat hij zijn handtekening op het originele document waarvan de kopie is overgelegd als productie 6 bij de dagvaarding, eerder dan op 8 augustus 2006 heeft gezet.
2.3 [eiser] heeft in de enquête naast zich zelf doen horen als getuigen: [getuige A], [getuige B] en [getuige C].
2.4 [gedaagde] heeft in de contra-enquête naast zich zelf doen horen als getuigen: [getuige D], [getuige E], [getuige F] en [getuige G].
2.5 Op verzoek van de gemachtigde van [eiser], en zoals met partijen besproken, vindt een beoordeling van de bewijslevering eerst plaats, nadat door de kantonrechter een deskundigenbericht is ingewonnen op het te bewijzen punt. Partijen hebben zich kunnen uitlaten over de vragen rond een daartoe te gelasten deskundigenonderzoek.
2.6 Partijen hebben laten weten te kunnen instemmen met de benoeming van één deskundige. Mede in aanmerking genomen hetgeen partijen omtrent de persoon van de deskundige naar voren hebben gebracht, zal de kantonrechter de hierna te noemen deskundige benoemen.
2.7 Mede in aanmerking genomen voorts hetgeen partijen omtrent de aan de deskundige voor te leggen vragen naar voren hebben gebracht, zal de kantonrechter de in het dictum te vermelden vragen aan de deskundige ter beantwoording voorleggen.
2.8 De te benoemen deskundige heeft zich bereid verklaard als zodanig op te treden, desgevraagd te kennen gegeven geen binding met partijen te hebben en niet betrokken te zijn bij de tussen partijen in geschil zijnde problemen.
2.9 De deskundige heeft het aan het onderzoek verbonden loon en de kostenvergoeding begroot op in totaal € 13.000,00. Omdat [eiser], op wie de bewijslast rust, procedeert op basis van een toevoeging, behoeft hij geen voorschot te deponeren.
2.10 Elke verdere beslissing wordt aangehouden.
3. De beslissing
De kantonrechter:
in conventie
alvorens verder te beslissen,
beveelt een deskundigenonderzoek ter beantwoording van de volgende vragen aan de deskundige betreffende het te onderzoeken originele vel papier op A4-formaat met daarop een getypte tekst, een handgeschreven datering 8 augustus 2006 en een handtekening van [eiser].
1. kunt u op basis van uw deskundigheid vaststellen:
a) of de handtekening eerder op het vel papier is gezet dan op 8 augustus 2006 dan wel
b) of de handtekening eerder op het vel papier is gezet dan de getypte verklaring?
2. Is er verschil in ouderdom tussen de inkt van de handtekening en de inkt van de datering; tussen de inkt van de handtekening en de inkt van de getypte verklaring; en tussen de inkt van de getypte verklaring en de inkt van de datering?
Zo er verschil bestaat in ouderdom tussen de drie soorten inkt op de verklaring: hoeveel is het verschil?
3. Kunt u uw standpunt toelichten?
4. Welke opmerkingen zijn naar uw oordeel verder nog van belang voor de door de kantonrechter te nemen beslissing;
benoemt tot deskundige die het onderzoek zal verrichten:
de heer J. Maat,
manager BU Fysische Chemisch Onderzoek van TNO Quality Services B.V.,
Postbus 6235,
5600 HE Eindhoven,
tel 040-2650601; fax 040-2650302;
bepaalt dat [gedaagde] het bovenvermelde originele vel papier aan de deskundige doet toekomen;
bepaalt dat het onderzoek zal plaatsvinden op een nader door de deskundige na overleg met de gemachtigde van partijen te bepalen plaats en tijd;
bepaalt dat de deskundige partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en daarvan moet doen blijken in het door deze op te maken deskundigenbericht;
bepaalt dat het ondertekende deskundigenbericht uiterlijk drie maanden na heden zal dienen te worden ingeleverd ter griffie van deze rechtbank;
bepaalt dat de deskundige bij de inlevering van het deskundigenbericht een gespecificeerde opgave doet van het loon en de kostenvergoeding;
bepaalt dat [eiser] vier weken nadat het deskundigenbericht ter griffie van deze rechtbank is ingeleverd in de gelegenheid is ter rolle een conclusie na deskundigenbericht en na enquête te nemen.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.L. van Zetten en uitgesproken ter openbare terechtzitting.