ECLI:NL:RBROT:2009:BH2023
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Buizer
- mr. Derkx
- mr. Schols
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de vervolging wegens geestelijke stoornis
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 januari 2009 een beschikking gegeven over de schorsing van de vervolging van de verdachte, die lijdt aan een geestelijke stoornis. De verdachte was op 7 oktober 2008 verschenen ter zitting, waar de rechtbank de indruk kreeg dat nader onderzoek naar zijn psychische gezondheid noodzakelijk was. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden en de verdachte is onderzocht door forensisch psychiater B.A. von Bargen, die op 16 december 2008 rapporteerde over de geestelijke toestand van de verdachte.
De raadsvrouw van de verdachte heeft op 9 januari 2009 verzocht om schorsing van de vervolging, omdat de verdachte in Marokko verbleef voor behandeling. De officier van justitie steunde dit verzoek en stelde dat de verdachte niet in staat was de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. De rechtbank heeft de psychiater geraadpleegd, die concludeerde dat de verdachte lijdt aan een paranoïde psychose in het kader van schizofrenie, met een depressieve stemming. De psychose was verergerd tijdens de detentie, wat leidde tot ernstige symptomen zoals hallucinaties en voedselweigering.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn geestelijke stoornis de vervolging niet kon begrijpen, wat een situatie opleverde zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank achtte het onwaarschijnlijk dat de geestelijke toestand van de verdachte op korte termijn zou verbeteren. Daarom besloot de rechtbank de vervolging van de verdachte te schorsen, met de mogelijkheid om over zes maanden opnieuw onderzoek te laten doen naar zijn geestelijke toestand.