ECLI:NL:RBROT:2009:BH6460

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
288457 / HA ZA 07-1813
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.N. van Zelm van Eldik
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationaal bevoegdheidsincident tussen twee in de Verenigde Staten gevestigde vennootschappen met betrekking tot verzekeringen

In deze zaak, die zich afspeelt tussen twee in de Verenigde Staten gevestigde vennootschappen, MMS Shipmanagement Inc. en Nausch Hogan & Murray Inc., gaat het om een internationaal bevoegdheidsincident. MMS, als scheepsmanager, heeft via Nausch Hogan & Murray drie Hull & Machinery (H&M) verzekeringen en één Protection & Indemnity (P&I) verzekering afgesloten. NHM, de scheepsmakelaar, beroept zich op forumkeuzebedingen in de verzekeringen, die volgens hen de Engelse rechter aanwijzen als bevoegde instantie. De rechtbank te Rotterdam moet beoordelen of zij bevoegd is om van de vordering van MMS kennis te nemen.

MMS heeft gesteld dat NHM gehouden is om vooruitbetaalde premiebedragen te restitueren, maar NHM betwist de bevoegdheid van de rechtbank en stelt dat de forumkeuze in de verzekeringen niet van toepassing is op hun relatie. De rechtbank overweegt dat, volgens het Nederlandse commune internationale bevoegdheidsrecht, er geen geldige forumkeuze is overeengekomen tussen MMS en NHM. De rechtbank concludeert dat NHM geen partij is bij de verzekeringsovereenkomsten en dat de forumkeuze in de H&M verzekeringen niet van toepassing is op de rechtsverhouding tussen MMS en NHM.

De rechtbank verklaart zich bevoegd om van de vordering van MMS kennis te nemen en veroordeelt NHM in de proceskosten. De zaak wordt verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord aan de zijde van NHM. Dit vonnis is gewezen door mr. A.N. van Zelm van Eldik op 4 februari 2009.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 288457 / HA ZA 07-1813
Uitspraak: 4 februari 2009
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de vennootschap naar het recht van de Verenigde Staten van Amerika
MMS SHIPMANAGEMENT INC.,
gevestigd te Florida, West Palm Beach,
Verenigde Staten van Amerika,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. M.D.A. van Bodegraven,
- tegen -
de vennootschap naar het recht van de Verenigde Staten van Amerika
NAUSCH HOGAN & MURRAY INC.,
h.o.d.n. Nausch Hogan & Murray Europe,
gevestigd te New York, Verenigde Staten van Amerika,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. J. Kneppelhout.
Partijen worden hierna aangeduid als "MMS" respectievelijk "NHM".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 12 juli 2007 en de door MMS overgelegde producties;
- incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met productie;
- conclusie van antwoord in het incident.
2. Het geschil
in de hoofdzaak
2.1 De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad NHM te veroordelen om aan MMS te betalen:
- een bedrag van USD 23.502,89, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, dan wel de wettelijke rente vanaf 24 januari 2007, althans vanaf 9 maart 2007, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
- een bedrag van USD 8.488,74, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, dan wel de wettelijke rente vanaf 14 februari 2007, althans vanaf 9 maart 2007, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
- de gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, welke voorlopig worden geschat op € 3.000,-, dan wel de buitengerechtelijke kosten overeenkomstig Rapport Voorwerk II ad € 1.158,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
- de kosten van het geding, waaronder begrepen de kosten van de beslaglegging.
2.2 MMS heeft aan haar vordering onder meer ten grondslag gelegd dat zij als scheepsmanager in eigen naam doch voor rekening en risico van onder meer de eigenaar van het ms. Black Pearl aan verzekeringsmakelaar NHM opdracht dan wel last heeft gegeven om een viertal verzekeringen - te weten een drietal Hull & Machinery verzekeringen en één P&I verzekering - af te sluiten en dat zij bij wijze van vooruitbetaling aan NHM een aantal premiebedragen heeft voldaan uit hoofde van deze vier verzekeringen, die NHM echter - ondanks het verzoek van MMS tot restitutie van de vooruitbetaalde premiebedragen wegens beëindiging van het contract tussen MMS en de betreffende scheepseigenaar en beëindiging van de verzekeringsdekkingen - nalaat aan MMS te restitueren. MMS heeft gesteld dat NHM hiertoe gehouden is uit hoofde van de tussen hen geldende rechtsverhouding van opdracht en het fungeren als tussenpersoon bij het factureren, ontvangen en restitueren van premies, dan wel uit hoofde van een schriftelijke toezegging tot restitutie door NHM, dan wel uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking of onverschuldigde betaling.
in het incident
2.3 NHM stelt dat deze rechtbank niet bevoegd is om van de vordering van MMS kennis te nemen en vordert, verkort weergegeven, dat de rechtbank zich bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, onbevoegd verklaart om van de vordering van MMS kennis te nemen, met veroordeling van MMS in de kosten van de procedure.
2.4 NHM heeft, zeer verkort weergegeven, aan haar vordering ten grondslag gelegd dat in de drie covernotes bij de Hull & Machinery verzekeringen (hierna: H&M verzekeringen), waarin de op de H&M verzekeringen toepasselijke algemene voorwaarden zijn neergelegd, een forumkeuzebeding is opgenomen dat de Engelse rechter aanwijst als rechter die bevoegd is om van de vordering van MMS kennis te nemen. Daarnaast is in de P&I verzekering een forumkeuzebeding opgenomen dat ‘the United States District Court for the Southern District of New York’ als terzake bevoegde rechtbank aanwijst. Mitsdien is de rechtbank te Rotterdam niet bevoegd om van de vordering van MMS kennis te nemen.
2.5 Het verweer van MMS strekt tot afwijzing van de vordering van NHM met veroordeling van MMS, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van het geding.
MMS heeft hiertoe, verkort weergegeven, het volgende aangevoerd:
- NHM komt geen beroep toe op de forumkeuzebedingen, nu NHM niet de verzekeraar is met wie de betreffende verzekeringen zijn overeengekomen en NHM evenmin partij is geworden bij voornoemde verzekeringen, NHM heeft slechts als doorgeefluik gefungeerd. De relatie tussen MMS en NHM dient te worden gekarakteriseerd als een van opdracht dan wel lastgeving;
- artikel 23 EEX-Vo bepaalt dat de forumkeuze betrekking moet hebben op geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan. De forumkeuze in de P&I verzekeringen heeft betrekking op geschillen die ontstaan in de rechtsbetrekking tussen de partijen bij de verzekeringsovereenkomst, te weten de verzekeraar en verzekeringnemer. Het geschil tussen MMS en NHM heeft echter geen betrekking op de rechtsverhouding vervat in de covernotes, zodat de forumkeuze toepassing mist;
- NHM is geen verzekeraar, zodat haar evenmin een beroep toekomt op het bepaalde in artikel 13 en 14 van de EEX-Vo;
- er is geen geldige forumkeuze overeengekomen tussen MMS en NHM: de covernotes zijn uitsluitend ondertekend namens NHM en niet door of namens MMS dan wel de scheepseigenaar, zodat geen sprake is geweest van wilsovereenstemming;
- de rechtbank te Rotterdam is op grond van artikel 2 EEX-Vo dan wel artikel 2 Rv bevoegd tot kennisneming van de door MMS ingestelde vordering.
3. De beoordeling
in het incident
3.1 In het incident kan van het volgende worden uitgegaan:
- MMS heeft als middelijk vertegenwoordiger voor de scheepseigenaar van het ms. Black Pearl een drietal H&M verzekeringen en een P&I verzekering afgesloten;
- NHM is de scheepsmakelaar door wiens tussenkomst de diverse verzekeringen tot stand zijn gekomen;
- NHM is geen verzekeraar;
- MMS betaalde uit van de scheepseigenaar ontvangen gelden de premies voor de betreffende verzekeringen aan NHM;
- de P&I verzekering kent als contractspartijen enerzijds Marbel Trading Corp. (de scheepseigenaar) en MMS en anderzijds The American Club.
3.2 Vooropgesteld dient te worden dat de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: de EEX-Vo) niet van toepassing is, nu - gelet ook op artikel 60 EEX-Vo - geen der partijen ‘woonplaats’ heeft in een EEX-Vo-lidstaat.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat de rechtbank te Rotterdam evenmin kan worden aangezocht langs de weg van hoofdstuk II afdeling 3 van de EEX-Vo - en in het bijzonder artikel 9 lid 2 EEX-Vo dat, kort gezegd, ingeval een verzekeraar buiten een EEX-Vo-staat is gevestigd, doch in een EEX-Vo-staat filiaal houdt, voor de geschillen betreffende de exploitatie van dat filiaal rechtsmacht toekent aan het gerecht van de plaats waar het filiaal zich bevindt, nu tussen partijen vaststaat dat NHM geen verzekeraar is.
Nu evenmin een bevoegdheidsverdrag van toepassing is, dient de vraag of deze rechtbank bevoegd is kennis te nemen van de vordering van MMS te worden beantwoord aan de hand van het Nederlandse commune internationale bevoegdheidsrecht (in casu artikelen 1-14 Rv).
3.3 Ingevolge artikel 8 lid 2 Rv heeft de Nederlandse rechter geen rechtsmacht indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een rechter of de rechters van een vreemde staat bij uitsluiting hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan. Een dergelijke overeenkomst wordt bewezen door een geschrift. Daarvoor is voldoende een geschrift dat een dergelijk beding bevat of dat verwijst naar algemene voorwaarden die een dergelijk beding bevatten, mits dat geschrift door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard (artikel 8 lid 5 Rv).
3.4 NHM heeft met betrekking tot de H&M verzekeringen aangevoerd dat ‘de overeenkomsten tussen NHM en MMS een expliciete forumkeuze inhouden’ en daartoe verwezen naar een in de covernotes betreffende die verzekeringen opgenomen forumkeuzebeding.
In de op briefpapier van NHM gestelde covernote no. 6044 staat, voor zover van belang weergegeven, het volgende vermeld:
“COVER MMS SHIPMANAGEMENT INC, HULL & MACHINERY INSURANCE
This Covernote evidences the cover we have placed on your behalf and is subject to the terms and conditions mentioned. Please examine this document carefully and if incorrect advise us immediately in writing.
You are reminded that a failure to comply with your duty to disclose all material facts accurately and completely at inception, and all material changes during the currency of cover could result in this contract being avoided by the Underwriters, and/or claims not being met.
(…)
COVERNOTE NO 6.044
ASSURED : Individual Owners to be agreed and/or MMS Shipmanagement Inc.. as
Managers
(…)
CHOICE OF LAW
& JURISDICTION: Law : English
Jurisdiction : English
This contract shall be governed and construed in accordance with English law
and the English courts shall have exclusive jurisdiction. (LSW 1468)
(…)
PAYMENT
TERMS : Premium payable (…)
Subject to payment of premium to Nausch Hogan & Murray Europe
(…)
Rotterdam, 1st April 2006
Nausch, Hogan & Murray Europe
[handtekening]”
Onderaan het briefpapier staat, voor zover van belang, vermeld:
“INSURANCE BROKERS
NEW YORK - ROTTERDAM (…)”.
De covernotes nos. 6045 en 6046 hebben, voorzover hier van belang, eenzelfde inhoud.
3.5 Vaststaat dat NHM verzekeringsmakelaar is en van het bemiddelen bij het sluiten van verzekeringen haar bedrijf maakt.
Als door MMS gesteld en door NHM onvoldoende gemotiveerd weersproken staat eveneens vast dat MMS aan NHM opdracht heeft gegeven om de H&M verzekeringen namens haar af te sluiten. Blijkens de aanhef van de betreffende covernotes en in het bijzonder de passage luidende ‘This Covernote evidences the cover we have placed on your behalf and is subject to the terms and conditions mentioned’, heeft NHM ook uitvoering gegeven aan die overeenkomst van opdracht door namens MMS verzekeringen te sluiten op de daarin vermelde terms en conditions. De covernotes behelzen niet de verzekeringsovereenkomsten, maar uitsluitend de mededeling dat NHM de gevraagde verzekeringen namens MMS en/of de scheepseigenaren heeft geplaatst tegen de in de covernotes opgesomde terms en conditions, hetgeen NHM ook heeft erkend.
NHM heeft geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit volgt dat NHM zelf partij is geworden bij deze verzekeringsovereenkomsten. Hiervan is ook niet gebleken.
Het enkele feit dat NHM namens MMS voormelde overeenkomsten heeft gesloten brengt niet mee dat de in de terms en conditions opgenomen forumkeuze, die betrekking heeft op geschillen onder de verzekering, ook deel is gaan uitmaken van de rechtsverhouding tussen NHM en MMS. NHM heeft ook geen feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan derdenwerking jegens NHM van het forumkeuzebeding kan worden aangenomen: ook uit de covernotes kan dit niet worden afgeleid. De slotsom luidt dan ook dat met betrekking tot de H&M verzekeringen niet gebleken is van een rechtsgeldige forumkeuze tussen MMS en NHM.
3.6 Met betrekking tot de P&I verzekeringen overweegt de rechtbank het volgende.
Vaststaat dat de P&I verzekering een ‘certificate of entry’ omvat, waarin onder meer de zogenaamde ‘By-Laws’ van The American Club van toepassing zijn verklaard.
In deze By-Laws is het navolgende forumkeuzebeding opgenomen:
“Disputes
45. If any difference or dispute shall arise between a Member and the Association concerning the construction of these Rules, or the insurance afforded by the Association under these Rules, or any amount due from the Association to the member, such difference or dispute shall in the first instance be referred to the Directors. Such reference shall be on written submissions only. No member shall be entitled to maintain any action, suit or other legal proceedings against the Association upon any such difference or dispute unless and until the same has been referred to the Directors and they shall have:
i. given their decision thereto; or
ii. given notice to the Member that they do not wish to adjudicate upon such difference or dispute; or
iii. been in default for three months in doing either of the above.
Any such suit against the Association shall be brought in the United States District Court for the Southern District of New York. In no event shall suit on any claim be maintainable against the Association unless commenced within two years after the loss, damage or expense resulting from liabilities, risks, events, occurrences and expenditures specified under this Rule shall have been paid by the Member.
(…)”
3.7 Wat betreft de P&I verzekering staat vast dat NHM geen partij is bij deze verzekerings- overeenkomst, terwijl over derdenwerking van het forumkeuzebeding ten behoeve van NHM niets is gesteld of gebleken, zodat niet voldaan is aan artikel 8 lid 2 Rv.
Nu NHM filiaal houdt te Rotterdam, is de rechtbank ingevolge artikel 2 Rv juncto artikel 1:10 BW bevoegd om van de vordering van MMS kennis te nemen.
3.8 De slotsom luidt dan ook dat de rechtbank Rotterdam zowel ten aanzien van de vordering tot restitutie van de uit hoofde van de H&M verzekeringen betaalde premies als ten aanzien van de vordering tot restitutie van de uit hoofde van de P&I verzekering betaalde premies bevoegd is om van de vordering van MMS kennis te nemen.
3.9 NHM zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
4. De beslissing
De rechtbank,
in het incident
verklaart zich bevoegd om van de vordering van MMS kennis te nemen;
veroordeelt NHM in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van MMS bepaald op nihil aan verschotten en op € 579,- aan salaris voor de procureur;
verklaart dit vonnis voorzover het de veroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 18 maart 2009 voor conclusie van antwoord aan de zijde van NHM.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.N. van Zelm van Eldik.
Uitgesproken in het openbaar.
1182/10