ECLI:NL:RBROT:2009:BH8254

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
295886 / HA ZA 07-2865
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en forumkeuze in algemene voorwaarden tussen Aesculaap B.V. en Animal Box B.V.

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, is er een bevoegdheidsincident aan de orde. De eiseres, Aesculaap B.V., gevestigd te Boxtel, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagden, waaronder Animal Box B.V. en een andere gedaagde, met betrekking tot een geschil dat voortvloeit uit een overeenkomst. De eiseres stelt dat de rechtbank Rotterdam bevoegd is om van het geschil kennis te nemen, op basis van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de overeenkomst. De gedaagden, vertegenwoordigd door hun advocaat, hebben de vordering gemotiveerd betwist en stellen dat de voorwaarden uit 1999 niet van toepassing zijn, maar die uit 2006. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de voorwaarden uit 1999 van toepassing zijn, omdat deze niet zijn betwist door de gedaagden in hun akte.

De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de partijen gebruik hebben gemaakt van hun bevoegdheid om een specifieke rechtbank aan te wijzen voor geschillen die verband houden met de overeenkomst. Aangezien de eiseres in Rotterdam is gevestigd, is de rechtbank Rotterdam bevoegd om van het geschil kennis te nemen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de samenhang tussen de vorderingen tegen de verschillende gedaagden voldoende is om de rechtbank ook bevoegd te verklaren ten aanzien van de andere gedaagde.

In de beslissing heeft de rechtbank de vordering van Aesculaap c.s. om de rechtbank onbevoegd te verklaren afgewezen. De rechtbank heeft Aesculaap c.s. veroordeeld in de kosten van het incident en de zaak naar de rol verwezen voor conclusie van antwoord. Dit vonnis is uitgesproken door mr. C. Bouwman op 11 februari 2009.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 295886 / HA ZA 07-2865
Uitspraak: 11 februari 2009
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
[eiseres],
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.S. Pastink.
- tegen -
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AESCULAAP B.V.,
gevestigd te Boxtel,
2. [gedaagde 2],
gevestigd te Hapert,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ANIMAL BOX B.V.,
gevestigd te Boxtel,
gedaagden in hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. A.A.H.M. van der Wijst.
Partijen worden hierna aangeduid als "[eiseres]" respectievelijk "Aesculaap", "[gedaagde 2]" en "Animal Box", danwel "Aesculaap c.s." voor gedaagden in hoofdzaak en eiseressen in het incident gezamenlijk.
1 Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 6 november 2007 en de door [eiseres] overgelegde producties;
- incidentele conclusie d.d. 13 februari 2008 van Aesculaap c.s.;
- conclusie van antwoord in het incident d.d. 16 april van [eiseres], inclusief productie;
- tussenvonnis in het incident d.d. 30 juli 2008;
- akte d.d. 24 september 2008 van Aesculaap c.s.
2 Het geschil in incident en de beoordeling daarvan
2.1 Aesculaap c.s. heeft gevorderd dat deze rechtbank zich onbevoegd verklaart van de
vorderingen van [eiseres] te nemen. Aesculaap c.s. heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de algemene voorwaarden, op grond waarvan de rechtbank Rotterdam volgens [eiseres] bevoegd is, niet van toepassing zijn op de aan de hoofdzaak ten grondslag gelegde overeenkomst (hierna ook: de overeenkomst).
2.2 [eiseres] heeft de vordering gemotiveerd betwist.
2.3 De stelling van Aesculaap c.s. dat op de overeenkomst geen algemene voorwaarden van toepassing zijn, omdat Aesculaap c.s. hiermee niet akkoord is gegaan, kan haar niet baten.
Nu [eiseres] een door [persoon 1], namens Aesculaap B.V., ondertekende offerte heeft overgelegd, die de algemene voorwaarden van toepassing verklaren, had het op de weg van Aesculaap c.s. gelegen haar stelling nader te onderbouwen. Dit heeft Aesculaap c.s. niet gedaan.
De enkele stelling dat de voorwaarden niet zijn overhandigd voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst is hiervoor niet voldoende. Of de voorwaarden zijn overhandigd zou slechts relevant zijn indien Aesculaap c.s. een beroep zou hebben gedaan op de vernietigbaarheid van de voorwaarden, wat niet het geval is.
De rechtbank wijst er in dit verband nog op dat de offerte van 8 februari 2001 uitdrukkelijk verwijst naar “de in bijlage vermelde Algemene Voorwaarden voor Dienstverlening”. Voorshands zou derhalve ook dienen te worden aangenomen dat Aesculaap c.s. die Algemene Voorwaarden heeft ontvangen.
2.4 Aesculaap c.s. is in haar akte d.d. 24 september 2008 niet nader ingegaan op het standpunt van [eiseres] dat de voorwaarden uit 1999 van toepassing zijn, en niet die uit 2006. Er kan vanuit worden gegaan dat, indien er voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn, dit de voorwaarden uit 1999 zijn.
2.5 Op grond van het bovenstaande kan geoordeeld worden dat de voorwaarden uit 1999 (hierna: de voorwaarden) van toepassing zijn op de overeenkomst.
2.6 Met artikel 15 lid 2 van de voorwaarden hebben partijen gebruik gemaakt van de aan hen toekomende bevoegdheid af te wijken van de gewone bevoegdheidsregels en een rechter aan te wijzen voor kennisneming van geschillen die verband houden met de tussen hen gesloten overeenkomst. Nu [eiseres] gevestigd is in Rotterdam, volgt uit dit artikel, in samenhang met artikel 1 leden 1 en 2, dat de rechtbank Rotterdam bevoegd is van het geschil in hoofdzaak kennis te nemen.
2.7 Dat de overeenkomst niet is gesloten met [gedaagde 2] kan niet leiden tot onbevoegdheid van deze rechtbank, nu tussen de vordering tegen [gedaagde 2] en de vordering tegen de andere gedaagden een zodanige samenhang bestaat, dat de rechtbank op grond van artikel 107 Rechtsvordering ook ten aanzien van [gedaagde 2] bevoegd is.
2.8 De rechtbank acht de in de akte van Aesculaap c.s. opgenomen stellingen over de woonplaats van [eiseres] ongegrond, nu artikel 1 van de voorwaarden bepaalt dat Rotterdam geldt als de vestigingsplaats van [eiseres]. Op deze grond dient te worden aangenomen dat alleen de rechtbank Rotterdam als bevoegde rechtbank is aangewezen.
3 De beslissing
De rechtbank,
in het incident
wijst de vordering af;
veroordeelt Aesculaap c.s. in de kosten van dit incident, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 452,00 aan salaris voor de procureur;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 11 maart 2009 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman.
Uitgesproken in het openbaar.
1634/1729