ECLI:NL:RBROT:2009:BI0624
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toestaan van tussentijds hoger beroep in civiele zaak betreffende aansprakelijkheid en schadevergoeding
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 8 april 2009 een vonnis gewezen in de procedure met zaaknummer 306485/ HA ZA 08-1106. De zaak betreft een verzoek van de gedaagden om tussentijds hoger beroep open te stellen tegen een tussenvonnis van 7 januari 2009. De eisers, vertegenwoordigers van hun minderjarige zoon, hebben bezwaar gemaakt tegen dit verzoek, stellende dat tussentijds hoger beroep niet in hun belang is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er bijzondere omstandigheden zijn die het toestaan van tussentijds beroep rechtvaardigen. De rechtbank heeft in het tussenvonnis de verweren van gedaagden met betrekking tot verjaring verworpen en vastgesteld dat de aansprakelijkheid van gedaagden voor de gevolgen van een ongeval vaststaat. Tevens is overwogen dat een deskundigenbericht noodzakelijk is om het causaal verband tussen het ongeval en de epileptische aanvallen van de minderjarige te beoordelen. De rechtbank heeft de kosten van het deskundigenbericht, die aanzienlijk zijn, in overweging genomen bij de beslissing om het verzoek van gedaagden toe te wijzen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek om tussentijds hoger beroep open te stellen, gelet op de omstandigheden van de zaak, toewijsbaar is.