ECLI:NL:RBROT:2009:BI8297

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/1283
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep door politieke partij tegen fusie vergunning

In deze zaak heeft de Lokale Partij Vlissingen beroep ingesteld tegen een besluit van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, dat op 25 maart 2009 vergunning verleende voor de fusie tussen Stichting Ziekenhuis Walcheren en Stichting Oosterscheldeziekenhuizen. De rechtbank Rotterdam heeft op 12 juni 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer AWB 09/1283. De rechtbank oordeelde dat de Lokale Partij Vlissingen geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel definieert een belanghebbende als degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. De rechtbank concludeerde dat de politieke partij, hoewel zij zich inzet voor het algemeen belang, niet rechtstreeks in haar belang wordt getroffen door het besluit over de fusie. Hierdoor kon de partij geen beroep instellen tegen het besluit van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

De rechtbank stelde vast dat de doelstelling van de Lokale Partij Vlissingen niet voldoende verband hield met het besluit, en dat de partij niet in haar rechtstreekse belang werd geraakt. De rechtbank verklaarde het beroep dan ook kennelijk niet-ontvankelijk, wat betekent dat het onderzoek niet verder hoefde te worden voortgezet. De rechtbank zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Verweij, in aanwezigheid van griffier P.A. Slegt, en werd openbaar uitgesproken op 12 juni 2009. De indiener van het verzetschrift kan binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak verzet doen bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector Bestuursrecht
Enkelvoudige kamer
Reg.nr.: AWB 09/1283 MEDED-T1
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht
in het geding tussen
de Vereniging Lokale Partij Vlissingen, gevestigd te Vlissingen, eiseres
gemachtigde W. Hirdes, raadslid bij de Lokale Partij Vlissingen,
en
de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, verweerder.
1 Overwegingen
Verweerder heeft bij besluit van 25 maart 2009 vergunning verleend voor de voorgenomen fusie tussen Stichting Ziekenhuis Walcheren en Stichting Oosterscheldeziekenhuizen.
Eiseres heeft bij brief van 20 april 2009 beroep ingesteld.
Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank.
Ingevolge artikel 1:2, eerste en derde lid, van de Awb wordt onder een belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ten aanzien van rechtspersonen worden als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
Blijkens de akte van oprichting heeft eiseres het volgende doel:
“1. De vereniging heeft ten doel als politieke onafhankelijke groepering het verwezenlijken van haar politieke programma door een zo sterk mogelijke vertegenwoordiging in de raad van de gemeente Vlissingen en eventueel in een of andere regio en/of gewest, waarbij de idealen van de provinciale groepering: de Partij voor Zeeland, als leidraad dienen.
2. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door:
• uit haar leden kandidaten aan te wijzen die zich verkiesbaar stellen op de lijst van de vereniging voor de gemeenteraadsverkiezingen van de gemeente Vlissingen een en ander als voorzien in de kieswet;
• de verkiezing van afgevaardigden in regionale en/of gewestelijke raden, waterschappen, commissies en dergelijke;
• het houden van openbare bijeenkomsten;
• alle wettige middelen die voor het doel bevorderlijk zijn.”
Ingevolge de jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, 16 februari 2001, LJN: AB0190, volgt onder meer dat van een rechtstreeks belang sprake is wanneer voldoende nauw causaal verband tussen besluit en getroffen belang aanwezig is. De omstandigheid dat de doelstelling van een politieke partij inhoudt het behartigen van het algemeen belang zoals zij dit ziet, brengt niet met zich dat zij door een besluit dat zich hiermee niet zou verdragen rechtstreeks in haar belang wordt getroffen.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet rechtstreeks in haar belang wordt getroffen als bedoeld in artikel 1:2 van de Awb. Dit betekent dat eiseres gelet op artikel 8:1, eerste lid, van de Awb niet in beroep kan komen tegen het bestreden besluit.
De rechtbank is van oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zodat voortzetting van het onderzoek niet nodig is.
Voor een veroordeling in de proceskosten ziet de rechtbank geen aanleiding.
2 Beslissing
De rechtbank,
recht doende:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gedaan door mr. A. Verweij, rechter, in tegenwoordigheid van P.A. Slegt, griffier.
De griffier, De rechter,
Uitgesproken in het openbaar op: 12 juni 2009.
Een belanghebbende - onder wie in elk geval eiseres wordt begrepen - en verweerder kunnen tegen deze uitspraak verzet doen bij de rechtbank door binnen een termijn van zes weken een gemotiveerd verzetschrift in te dienen. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het afschrift van deze uitspraak is verzonden. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.
Afschrift verzonden op: