ECLI:NL:RBROT:2009:BI9014
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Zelm van Eldik
- A. Sprenger
- M. van Schouwenburg-Laan
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van uitvoerbaarverklaring van arbitrale vonnissen in Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen SNP Petrom S.A. (hierna: Petrom) en NIS Oil Industry of Serbia (hierna: NIS). Petrom vorderde de vernietiging van een beschikking van de voorzieningenrechter van 3 november 2005, waarbij een Ordonnance d’Exequatur van de Président du Tribunal de Grande Instance te Parijs uitvoerbaar werd verklaard in Nederland. Deze beschikking betrof de uitvoerbaarheid van arbitrale vonnissen die door het International Court of Arbitration in Parijs waren gewezen, waarbij Petrom was veroordeeld tot betaling aan NIS.
De rechtbank oordeelde dat de voorzieningenrechter ten onrechte de Ordonnance d’Exequatur uitvoerbaar had verklaard in Nederland, omdat deze beslissing buiten het toepassingsgebied van de EEX-Verordening valt. De rechtbank stelde vast dat de arbitrale vonnissen niet onder de EEX-Verordening vallen en dat er geen andere grond was voor de uitvoerbaarverklaring in Nederland. Hierdoor werd de beschikking van 3 november 2005 vernietigd.
Daarnaast werd NIS veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Petrom, die tot dat moment € 319,93 aan verschotten en € 1.808,- aan advocaatkosten bedroegen. De rechtbank verklaarde de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Petrom werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot nietigverklaring van het beslagverlof dat was verleend in de beschikking van 3 november 2005, omdat tegen een dergelijk verlof geen hogere voorziening mogelijk is. De rechtbank concludeerde dat NIS ten onrechte had verzocht om de Ordonnance d’Exequatur in Nederland uitvoerbaar te verklaren, en dat de beschikking van de voorzieningenrechter niet in stand kon blijven.