ECLI:NL:RBROT:2009:BI9067

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
331419 / KG ZA 09-533
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod op verrekening en betaling in kort geding tussen telemarketingbedrijven en opdrachtgever

In deze zaak, die op 18 juni 2009 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben de eiseressen, Dreamday Enterprises Ltd. en Kanjer B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, De Nederlandse Verkoopmaatschappij (NL Sales) B.V. De eiseressen vorderden onder meer een verbod voor de gedaagde om uitstaande geldleningen te verrekenen met verschuldigde facturen en om betalingen op te schorten. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eiseressen onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat er een contractuele relatie bestond tussen hen en de gedaagde, waardoor zij niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen. De voorzieningenrechter overwoog dat de gedaagde geen verplichtingen had jegens de eiseressen op basis van de door hen ingediende raam- en deelovereenkomst. De rechter heeft ook geoordeeld dat de gedaagde niet tot haar handelen gerechtigd was, en dat er een restitutierisico bestond, gezien de financiële situatie van de eiseressen. De vorderingen van de eiseressen zijn afgewezen en zij zijn veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.F.L. Geerdes, in het bijzijn van griffier mr. H.C. Fraaij.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 331419 / KG ZA 09-533
Uitspraak: 18 juni 2009
VONNIS in kort geding in de zaak van:
1. de rechtspersoon naar Engels recht
DREAMDAY ENTERPRISES Ltd.,
h.o.d.n. WERYOU,
gevestigd te Leersum,
2. de besloten vennootschap met beperkte
aansprakelijkheid KANJER B.V.,
in haar hoedanigheid van vennoot van
de ontbonden vennootschap onder firma
WERYOU ALMERE V.O.F.,
gevestigd te Leusden,
eiseressen,
advocaat mr. R.W.J.L. Loonen,
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE NEDERLANDSE VERKOOPMAATSCHAPPIJ (NL SALES) B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
(incidenteel) gedaagde,
advocaat mr. J.M. de Heer.
1 Het verloop van het geding
1.1
De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 4 juni 2009;
- pleitnotities en producties van mr. Loonen;
- pleitnotities en producties van mr. De Heer.
1.2
Ter zitting hebben Dreamday Enterprises Ltd, Kanjer B.V., Trobe B.V., Dreamday Gronin-gen Ltd, Dreamday@home Ltd, Dreamday Hoogeveen Ltd, Dreamday Leersum Ltd, Dreamday Stadskanaal Ltd, Dreamday Zwolle Ltd en Dreamday Leersum Ltd incidenteel gevorderd te mogen tussenkomen, althans zich te mogen voegen in de hoofdzaak aan de zijde van eiseressen.
1.3
De raadslieden van partijen hebben de respectieve standpunten toegelicht ter zitting van
11 juni 2009.
2 Het geschil
2.1.1
De bedrijfsactiviteiten van eiseressen zijn (voornamelijk) gelegen op het gebied van callcen-trum werkzaamheden.
2.1.2
Gedaagde verzorgt de wervingsactiviteiten voor de Nederlandse Energie Maatschappij B.V.
Een onderdeel van de wervingsactiviteiten vormt het verzorgen van telemarketing via call-centra.
2.2
Eiseressen vorderen, na wijziging, dat het de voorzieningenrechter moge behagen om bij von-nis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut:
1. Gedaagde te verbieden de uitstaande geldlening te verrekenen met de door gedaagde aan eiseressen, althans eiseres sub 1, althans eiseres sub 2, nu en in de toekomst ver-schuldigde facturen voor meer dan 15% van de desbetreffende factuur, zulks tenzij zich een omstandigheid als bedoeld in artikel 8 van de raamovereenkomst voordoet, zulks op straffe van een dwangsom van € 75.000,=, althans een zodanig bedrag c.q. maatregel als u in goede justitie zal vermenen te behoren;
2. Gedaagde te verbieden betaling van de nu en in de toekomst door gedaagde aan eise-ressen, althans eiseres sub 1, althans eiseres sub 2, verschuldigde facturen, op te schorten vanwege de uitstaande geldlening zulks tenzij zich een omstandigheid als bedoeld in artikel 8 van de raamovereenkomst voordoet, op straffe van een dwangsom van € 75.000,=, althans een zodanig bedrag c.q. maatregel als u in goede justitie zal vermenen te behoren;
3. Gedaagde te veroordelen wekelijks op uiterlijk woensdag de voorbeeldfactuur te ver-strekken van de voorafgaande week, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,= voor iedere dag dat gedaagde hiermee in gebreke blijft, althans een zoda-nige maatregel als u in goede justitie zal vermenen te behoren;
4. Gedaagde te veroordelen aan eiseressen te betalen zulks middels overboeking op het aan gedaagde bekende rekeningnummer van eiseres genummer 61.20.91.481, tegen behoorlijk bewijs van kwijting binnen één dag na betekening van het in dezen te wijzen van vonnis (bij wijze van voorschot) het geldbedrag ad € 62.810,37, althans minimaal 85% van dit bedrag, althans een zodanig bedrag als u in goede justitie zal vermenen te behoren;
5. Gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.
2.3
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten hebben eiseressen aan hun vorderingen in
essentie ten grondslag gelegd, dat gedaagde door het niet betalen van de door eiseressen bij
haar ingediende facturen toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplich-
tingen, die voortvloeien uit de tussen partijen gesloten raam- en deelovereenkomst.
2.4
Gedaagde heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop in het kader van de beoordeling - voor zover nodig - zal worden ingegaan.
3 De beoordeling
In het incident
3.1
Incidenteel eiseressen hebben ter zitting gevorderd te mogen tussenkomen althans zich te mogen voegen.
3.2
Bij de aanvang van het pleidooi heeft gedaagde bezwaar gemaakt tegen het door eiseressen instellen van een incidentele conclusie tot voeging/tussenkomst ter zitting.
Gedaagde voert hiertoe aan dat eiseressen deze conclusie veel te laat, namelijk ter zitting, hebben ingediend. Bovendien hebben eiseressen op geen enkele wijze nader onderbouwd welk belang deze partijen, te weten Dreamday Enterprises Ltd, Kanjer B.V., Trobe B.V., Dreamday Groningen Ltd, Dreamday@home Ltd, Dreamday Hoogeveen Ltd, Dreamday Leersum Ltd, Dreamday Stadskanaal Ltd, Dreamday Zwolle Ltd, Dreamday Leersum Ltd,
hebben bij voeging.
3.3
De voorzieningenrechter honoreert het verweer van gedaagde en overweegt dienaangaande het volgende. Volgens artikel 7.2 van het procesreglement kort gedingen rechtbanken sector civiel/familie dient een incidentele vordering en de grond daarvan, uiterlijk 24 uur vóór de terechtzitting schriftelijk aan de wederpartij, aan eventuele overige partijen en aan de voor-zieningenrechter te worden medegedeeld. Door het indienen van de incidentele vordering (voor het eerst) ter zitting zonder nadere onderbouwing van de gronden daarvan, handelen eiseressen in strijd met een goede procesorde. Dreamday Enterprises Ltd, Kanjer B.V.,
Trobe B.V., Dreamday Groningen Ltd, Dreamday@home Ltd, Dreamday Hoogeveen Ltd, Dreamday Leersum Ltd, Dreamday Stadskanaal Ltd, Dreamday Zwolle Ltd, Dreamday Leersum Ltd worden derhalve niet toegelaten tot tussenkomst respectievelijk tot voeging aan de zijde van eiseressen.
3.4
Eiseressen worden, als de in het ongelijk gestelde partijen, veroordeelt in de door gedaagde gemaakte proceskosten in het incident, tot op heden begroot op nihil.
In de hoofdzaak
3.5
Gedaagde heeft primair (onbetwist) ten verwere aangevoerd dat eiseressen niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen omdat tussen gedaagde en (een van) eiseressen geen contractuele relatie bestaat. Uit de zijdens gedaagde overgelegde raam- en deelovereenkomst d.d. 19
februari 2008 blijkt dat WeRYou B.V. i.o. in de hoedanigheid van opdrachtnemer de con-tractspartij van gedaagde is. Gelet hierop, dient thans Trobe B.V., in deze - ook blijkens het Handelsregister - de rechtsopvolger van WeRYou B.V. i.o., te gelden als contractspartij van gedaagde.
Nu, gelet op het voorgaande, geen van eiseressen een vorderingsrecht toekomt jegens ge-daagde uit hoofde van de raam- en deelovereenkomst, dienen zij niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun - op deze overeenkomsten gebaseerde - vorderingen.
3.6
Dit verweer slaagt. Eiseressen hebben niet aannemelijk gemaakt dat (een van ) eiseressen contractspartij is bij voornoemde raam- en deelovereenkomst. De door eiseressen overge-legde niet ondertekende raam- en deelovereenkomst (productie 1 en 2) is daartoe - mede in ogenschouw genomen de door gedaagde overgelegde ondertekende raam- en deelovereen-komst met WeRYou B.V. i.o. - onvoldoende. Het feit dat door gedaagde op verzoek van
“Weryou” de betalingen voor verrichte werkzaamheden zijn gedaan aan Dreamday Enter-prises LTd, is in de gegeven omstandigheden onvoldoende om van een contractuele relatie tussen eiseressen en gedaagde uit te kunnen gaan. Derhalve bestaat naar voorlopig oordeel tussen partijen geen rechtsverhouding op grond van de door eiseressen in het geding ge-brachte raam- en deelovereenkomst en dienen eiseressen in hun vorderingen niet ontvanke-lijk te worden verklaard.
Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
3.7
Binnen dit kort geding twisten partijen over de vraag hoe de door gedaagde gedane betalin-gen dienen te worden gekwalificeerd. Eiseressen stellen dat gedaagde de voorfinanciering heeft gedaan ten behoeve van door haar te verrichten investeringen ten behoeve van het callcentrum, zonder dat partijen afspraken hebben gemaakt over de wijze van terugbetaling.
Derhalve dient de voorfinanciering los te worden gezien van de binnen de Raam- en Deel-overeenkomst gemaakte afspraken over het betalen van gedaagde van de door eiseressen ingediende facturen.
Gedaagde heeft gesteld dat de betalingen zien op voorschotten/vooruitbetalingen op
de vergoeding van de door eiseressen nog te realiseren verkopen. Derhalve is geen sprake van een geldlening. Als de ingeschatte bedrijfsresultaten van eiseressen achterblijven komt aan gedaagde - op grond van de tussen gemaakte afspraken - het recht toe om het teveel voorgeschotene dienaangaande te verrekenen. Dat betekent ondermeer dat de voorbeeldfac-tuur van 22 mei 2009, waarvan eiseressen betaling vorderen, reeds is voldaan.
3.8
Aan de hand van de overgelegde producties en het verhandelde ter zitting kan niet met de voor kort geding benodigde stelligheid worden vastgesteld wie van partijen voor wat betreft de titel en voorwaarden waaronder gedaagde aan eiseressen de betalingen heeft verstrekt, het gelijk aan zijn zijde heeft. Daarvoor is een uitvoeriger onderzoek naar de feiten en om-standigheden noodzakelijk, vermoedelijk met nadere bewijsvoering. Dat evident zou zijn dat gedaagde niet tot haar handelen gerechtigd is - hetgeen het relevante criterium is bij de vraag of de vorderingen op inhoudelijke gronden toewijsbaar zouden zijn - is de voorzienin-genrechter derhalve niet gebleken.
Bovendien hebben eiseressen ter zitting aangegeven dat zij door de verslechterde financiële situatie van eiseres sub 1 haar personeelsbestand fors heeft moeten inkrimpen en er sprake is van huurschuld. Gedaagde heeft onbetwist gesteld dat de belastingdienst op 24 maart 2009 onder haar derdenbeslag heeft gelegd in verband met een belastingschuld van gedaagde sub 1 van € 260.000,=. Hiermee is het restitutierisico gegeven.
Gelet hierop, zouden de vorderingen van eiseressen ook op inhoudelijke gronden worden afgewezen.
3.9
Eiseressen worden, als de in het ongelijk gestelde partijen, veroordeelt in de door gedaagde gemaakte proceskosten in de hoofdzaak.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter,
in het incident
wijst af de vordering tot voeging/tussenkomst;
veroordeelt eiseressen in de proceskosten in het incident, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagde begroot op nihil;
in de hoofdzaak
verklaart eiseressen niet ontvankelijk in hun vorderingen;
veroordeelt eiseressen in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagde bepaald op € 262,-- aan verschotten en op € 816,-- aan salaris voor de advocaat;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzieningenrechter, in het bijzijn van
mr. H.C. Fraaij, griffier.
Uitgesproken in het openbaar.
1862/676